We gaan verder met families die via het Terrier 1686 kunnen worden geïdentificeerd. In deze aflevering krijgen we een bredere kijk op de huwelijkspolitiek van de leidende landbouwersfamilies in Klerken en de buurgemeenten Zarren, Esen en Woumen. Dat levert heel wat meer inzicht hoe families het eigen bezit en patrimonium willen beschermen, of uitbreiden door gerichte huwelijken tussen hun kinderen.
Familie vanden Broucke
Met Rogier Vandenbroucke ontmoeten we een familie die omtrent 1670-75 aankwam in Klerken. Rogier Vandenbroucke was van Oekene afkomstig, en omtrent 1670 in Roeselare gehuwd met Elisabeth Vroestraete uit Rumbeke. Hun oudste zoon, Rogier Vandenbroucke, de jonge; was net voor of na hun aankomst in Klerken geboren (in de periode zonder beschikbare doopakten). In 1676 volgde er in Klerken nog een tweede zoon, Andreas Vandenbroucke.
In 1686 woont Rogier Vandenbroucke met echtgenote Elisabeth Vroestraete, en minstens deze twee kinderen op perceel N°60, een klein perceel van 0:1:3, d.w.z. één lijn en drie roeden, dus iets meer dan 1500 m² groot, met een huisje erop, en ten zuiden aansluitend op een uitweg van enkele buren (naar de Stockstraete). Perceel N°60 ligt 6-700 m ten zuiden van Klerken Centrum tussen de Stockstraete (ten oosten) en de grens met de parochie Woumen (ten westen); vandaag waarschijnlijk dicht bij Kerelstraat 1.


Hij pachtte dit perceel van Pieter Beauprez, die zelf in de buurt van ter Smisse woonde, zoals eerder beschreven (aflevering 6). Bij de afrekening in 1695 van de niet geliquideerde parochierekeningen voor de periode 1685-88[1], na de plotse dood van Passchier van Acker, de toenmalige opsteller van de parochierekeningen (zie ook vorige aflevering) moest Rogier Vandenbroucke nog 3:1:0 ponden groten Vlaams “restanten” betalen. Dit kwam boven op de 30 ponden groten Vlaams die hij eerder in 1693 al betaalde[2].


Rechts: RAB 1685-89 INV 15-16 2498 Restanten vanden voorn(oemden) (Passchier) van Acker boven ende afghetrocken alle tgonne ontfanghen ende hiervooren is v(er)antwoort. <…/…> Eerst de gonne gherekent hebben <…/…> Rougier van(den) Broucke 3:10:0 (grooten Vlaems)
Rogier Vandenbroucke overleed in 1707; Elisabeth Vroestraete overleed in 1727. Interessant is de vaststelling dat zowel zijzelf als hun kinderen bij hun huwelijken hoofdzakelijk partners vinden buiten Klerken, maar er toch verder actief blijven. Hoe is onduidelijk, behalve voor een schoonzoon die boomvelder was.
Oudste zoon Rogier Vandenbroucke, de jonge dus, was al in 1702 gehuwd met Maria Francisca Lietaert uit Vladslo. Dit paar kreeg in Klerken drie kinderen, maar in 1711 overleed Rogier Vandenbroucke, de jonge. Maria Francisca Lietaert huwde nog hetzelfde jaar met Petrus Lammen(s) die uit Lo afkomstig was. Er volgden nog vier kinderen. Petrus Lammen(s) overleed in 1723; zijn weduwe in 1729. Twee zonen, een uit haar eerste en één uit haar tweede huwelijk, huwden, de ene met Martha Thevel, de andere met Rosalia Catarina Thevel. Deze waren in 1748 dienstmaerte, of net gehuwd en cortsitter, d.w.z. kleine gebruikers met slechts enkele lijnen land.
Tweede zoon Andreas vanden Broucke was omtrent 1700 gehuwd met Maria Catharina Desmet; dit huwelijk zou zijn aangegaan in Lichtervelde, maar een huwelijksregistratie werd nog niet teruggevonden. Het paar kreeg van 1701 tot 1717 acht kinderen. Maria Catharina Desmet overleed in 1721, en Andreas vanden Broucke huwde nog hetzelfde jaar met Maria Theresia Thevele, de weduwe van Joannes Verbeecke, waarmee ze kort ervoor, in 1718, was gehuwd. Joannes Verbeecke was daarvoor gehuwd met Anna Lavae bij wie hij al vier kinderen had, waarvan twee met latere afstamming. Hij overleed kort erop, in 1719, nog voor de geboorte van Petrus Jacobus Verbeeke, in januari 1720, zijn enige zoon uit zijn tweede huwelijk. Uit het tweede huwelijk van Maria Theresia Thevele met Andreas vanden Broucke volgde nog een zoon, Joannes Ignatius vanden Broucke die later met Maria Catharina Caestecker huwde. Dit pas gehuwde paar woonde in 1748 bij zijn moeder die intussen al 14 jaar weduwe was van Andreas vanden Broucke. In 1748 gebruikten ze 77 roeden land, circa 1135 m² land.
De oudste dochter uit het eerste huwelijk van Andreas Vandenbroucke was Maria Magdalena Vandenbroucke, geboren in Klerken in 1701. Deze huwde in 1721 met Joannes Myoen, een boomvelder afkomstig uit Handzame. Het paar kreeg liefst twaalf kinderen waarvan verder geen afstamming bekend is. Maria Magdalena Vandenbroucke, geboren in Klerken in 1701, is niet te verwarren met Maria Magdalena Vandenbroucke, geboren omtrent 1690, die twee keer huwde in Klerken. Hier hebben we dus opnieuw twee naamgenoten die in dezelfde periode in Klerken wonen.
Deze tweede Maria Magdalena Vandenbroucke huwde (1) in 1715 met Albertus Mesemble, die omtrent 1700 in Klerken was komen wonen met zijn eerste echtgenote Joanna Terryn, die er in 1709 overleed en vier kinderen naliet; (2) in 1721 met Paschasius van Dierendonck, de jonge, die in 1672 in Klerken was geboren als zoon van de recent ingeweken Passchier Vandierendock en Magdalena Vanwafelghem (zie ook aflevering 6). Ook Paschasius van Dierendonck was weduwnaar bij dit huwelijk; hij had eerder zeven kinderen met Joanna Deruytere uit Zarren. Deze tweede Maria Magdalena Vandenbroucke had twee en zes kinderen uit haar twee huwelijken. In 1748 is ze 58 jaar oud en woont ze met Passchier Vandierendock, de jonge, en nog vier kinderen; ze zijn dan kleine gebruikers met 4:01:57 land, net 2 ha land.
Het is niet duidelijk of beide Maria Magdalena Vandenbroucke aan elkaar verwant zijn. Dat blijkt alvast niet uit getuigen en doopheffers bij geboorten. Maar Vandenbroucke is een vrij courante naam en dat biedt ook veel andere mogelijke verbanden. In Zarren bvb. waren er heel wat Vanden Broucke, al van vóór 1600. De oudste Maria Magdalena Vandenbroucke was in ieder geval goed gelieerd met pastoor, koster en kerk in Klerken zowel als Woumen.
Famile vande Velde
We zoeken naar een Petrus Vandevelde die in 1686 in Klerken woont. Dit kan enkel de Petrus Vandevelde zijn die eerder met Anna Goemaere was gehuwd en die kort voor 1674 in Klerken kwam wonen. Deze Petrus Vandevelde kwam toen uit Esen met zijn echtgenote en meerdere kinderen, en nam blijkbaar in Klerken een bestaand landbouwbedrijf over.
Hij was in 1650 in Esen een eerste keer gehuwd met Maria Cardinael bij wie hij een dochter en een zoon verwekte, voor zij er in 1654 overleed. In 1661 kwam van hem een buiten het huwelijk geboren tweeling ter wereld. Dit was één van de vele onvolledige doopakten in Klerken, waar dit keer de naam van de moeder niet was ingevuld (zie ook lager bij koster Andries van Duyfhuys). Maar we mogen veronderstellen dat de moeder niemand anders was dan Anna Geemers/Goemaere waarmee Petrus Vandevelde twee maanden later in het huwelijk trad in Esen. Wellicht was Anna Geemers/Goemaere uit Langemark bij hem in dienst als meid. Van geen van die vier eerste kinderen is afstamming bekend. Maar na het huwelijk in 1662 volgden nog zes kinderen in Esen, en na de verhuis naar Klerken, nog twee kinderen in Klerken.
Deze Petrus Vandevelde was zeer waarschijnlijk dezelfde als de Pieter vande Velde die in 1645 in Esen present was bij de Wapenschouwing der Weerbare Mannen. De volgende vraag is dan wie is deze Pieter vande Velde? Er zijn namelijk twee mogelijke kandidaten terug te vinden in de Tafels van de doopakten voor Esen; jammer genoeg zijn er geen originele doopakten meer beschikbaar wat valideren via doopheffers of getuigen bemoeilijkt. De oudste Petrus Vandevelde is in Esen geboren in 1622 als zoon van Nicolaus Vandevelde en Maria Maes. Zijn vader, Claeys vande Velde is in 1645 ook in Esen present bij de Wapenschouwing der Weerbare Mannen. Maar er is ook een iets jongere Petrus Vandevelde geboren in Esen in 1625, als zoon van Ludovicus Vandevelde en Nicola Vandromme. Ook deze vader, Louys vande Velde was samen met syn soone present bij de Wapenschouwing der Weerbare Mannen in Esen in 1645. Was die zoon zijn zoon Petrus of nog een andere zoon Jacobus geboren in 1626? Maar ook de eerste Petrus Vandevelde had een broer Jacobus (geboren in 1620). En er was toen ook nog een tot nu niet geïdentificeerde Jaecques vande Velde present in 1645. Moeilijk oplosbaar dus, maar we mogen aannemen dat het om een van deze twee gaat, want verder vinden we in deze periode geen Petrus Vandevelde’s meer in Esen, Klerken of in andere buurgemeenten.
Wat er ook van zij, in 1686 woont Pieter (vande) Velde met zijn tweede echtgenote Anna Goemaere en wellicht zes kinderen in een huis met stallen, op een hofplaats met aan de westkant een boomgaard, en met uitweg, gelegen op perceel N°46. Naast dit perceel pacht hij nog negen andere percelen, samen ruim 11 ha vooral grasland en meers, maar ook zaailand; een middelgroot tot groot landbouwbedrijf dus. Deze percelen liggen in twee aaneensluitende partijen in Houck 1, en zijn ook de enige percelen in Klerken die in 1686 in onverdeelde eigendom zijn van Bartholomeus De Clercq en Jacques de Vis. De noordelijkst gelegen percelen N°26-28, 30 en 32 liggen ten zuidwesten van de hofstede van Jaecques Costenobel, en lopen deels door in het ernaast liggende Woumen. De overige percelen N°45-49 sluiten daar ten zuiden bij aan. Ook vandaag vinden we op deze plek nog een groot, aaneensluitend veld, in totaal ongeveer 10 ha groot, met aansluitende veldweg, naast een serre- en landbouwbedrijf aan de Sint-Pieterstraat 3. Dit bedrijf zit dus net ten zuiden van het toenmalige landbouwbedrijf van Jaecques Costenobel, die Hoofdman van Klerken was in 1680 en pointer in 1686 (zie ook aflevering 1).



Het is onduidelijk wanneer Pieter vande Velde overleed. Een naamgenoot overleed in Klerken in 1684, maar dat is zeker niet wie we zoeken, want hij was nog pachter in 1686. In 1702 was hij wel al overleden, want dan overleed zijn weduwe Anna Heemaere; ze werd met een dienst van drie lezingen begraven.
Kinderen van Petrus Vandevelde en Anna Geemers/Goemaere
Christina vande Velde, hun oudste dochter met afstamming, geboren in Esen in 1663, was al omtrent 1680 gehuwd met Joannes de Wolf/Wulf. Ze woonden in 1686 op perceel N°926 in de buurt van de Zeughedreve (Zeggestraat vandaag) met de twee oudste van hun negen kinderen (zie aflevering 10).
Zoon Joannes Vandevelde, geboren in 1664, huwde vóór 1696 met Maria Magdalena Herreman; huwelijksdatum en plaats onbekend. Het paar kreeg vier kinderen, de oudste, ook Joannes Vandevelde huwde met Joanna Petronilla Paesschesoone. Ze kregen een dozijn kinderen, sommigen met verdere afstamming in Klerken. In 1748 is het gezin gebruiker van ruim één gemet land en zijn ze bezemmakers. Joannes Vandevelde overleed wellicht al in 1710; zeker vóór 1722. Zijn weduwe Maria Magdalena Herreman overleed in Klerken in 1745.
De volgende zoon met afstamming was Jacobus Vandevelde, geboren in 1671. Hij huwde in 1697 in Klerken met Pieternelle Derycke uit Kortemark. Het paar kreeg negen kinderen tussen 1698 en 1714, waarvan drie met verdere afstamming in Woumen, Klerken en Zarren. Pieternelle Derycke overleed in 1724 en nog hetzelfde jaar huwde Jacobus Vandevelde met de 28 jaar jongere Petronella Theresia Lavae. Hij overleed in 1729, waarna Petronella Theresia Lavae een tweede keer huwde met Josephus Valentyn uit Esen. En ook deze huwde opnieuw na haar dood in 1732, nu met Joanna Petronella Lannoye ook uit Esen, waar hij opnieuw ging wonen, en waar van 1733 tot 1752 negen kinderen volgden. Bij de Volkstelling van 1748 staan ze genoteerd bij de aerme menagien ende dischgenoten (in de transcriptie staat de echtgenote verkeerdelijk vermeld als Joanna Lavae, maar dat moest dus Joanna Lannoye zijn; wellicht fout getranscribeerd; ref: Volkstelling 1748 Deel 6, 2012, Familiekunde Vlaanderen Regio Brugge) .
Jongste dochter Joanna Vandevelde, geboren in 1677, huwde in 1699 met Petrus Joannes Derdaele uit Klerken. Ze kregen zeven kinderen, het jongste geboren in 1716, enkele maanden voor het overlijden van Joanna Vandevelde. Met drie, misschien wel zeven kinderen in leven, huwde Petrus Joannes Derdaele kort erop, in 1718 met Dorothea Pree uit Beerst. Ook zij overleed slechts enkele weken na de geboorte van een kind in 1719. En dus huwde Joannes Derdaele nog een derde keer in 1724, nu met Judoca Druck uit Woumen. Er volgde nog een negende kind. Petrus Joannes Derdaele overleed in 1742.
Zijn derde echtgenote woonde in 1748 samen met haar 42-jarige stiefdochter Cecilia Derdaele en haar “dochtertje” dat toen 5 jaar oud was. Volgens de doopakten was dit geen dochtertje, maar een buiten het huwelijk geboren zoontje Constantinus Derdaele of beter Constantinus Delvae, naar de naam van de vermoedelijke vader Joannes Delvae uit Merkem, wiens naam tijdens de barensweeën werd vernoemd. Volgens de doopakte woonde ze ten tijde van de bevruchting ook in de nabijheid van de (vermoedelijke) vader van het kind. Ook dit drietal hoorde bij de klasse van de aerme menaghien en werd dus onderhouden door de Dis. Deze Cecilia Derdaele had eerder al een buiten het huwelijk geboren dochter Joanna Clara de Clercq, geboren in 1730, met als vader Marcellus Declercq, ook aangeduid als vader tijdens de barensweeën. Het lijkt erop dat Cecilia Derdaele dus twee keer als dienstmeid zwanger werd. Ze huwde alsnog in 1750, 46 j oud, met bezemmaker Joannes Baptista Carnier, de oude, die al 63 j oud was en net weduwnaar was geworden van Petronilla Wallaert. In 1756 wonen ze bij de bosrand en worden ze bij de “zware delinquenten” gerekend; kort erop werd hun huis, het bakhuis bij de hoeve van Pieter Mahieu, op bevel van de overheid vernield.
De familie Vandevelde begint dus groot, met een bedrijf met 11 ha land in pacht, maar dit is niet meer zo voor de eerste en vooral voor de tweede generatie die we terugvinden bij aerme menagien en besemmaekers. Zij zijn niet de enigen in deze situatie zoals we al in vorige afleveringen zagen.
Van de familie Vandevelde kunnen we nu bijna naadloos overgaan naar de familie Vandewiere.
Familie Vandewiere
Met de familie Vandewiere komen we nog dichter bij de cluster met families van grotere landbouwbedrijven, met meer pachtland, maar ook grond in eigendom, die ook leidinggevende functies uitoefenen in de parochie en het Ambacht, niet alleen in Klerken, maar ook in Zarren, Esen en Woumen. In 1686 vinden we Jacques Vandewiere met echtgenote Joanna Amery en misschien wel drie kinderen in een hofstedeken op perceel N°403. Vandaag stemt dit overeen met het huis aan Steenstraat 40, dus de toenmalige NO-hoek van de parochie met Esen ten noorden en ten oosten ervan (vandaag nog steeds de NO-hoek van Klerken, Houthulst grenzend aan Esen, Diksmuide). Zij gebruikten in Klerken vijf aaneensluitende percelen, waarvan twee gepacht en drie in volle eigendom; samen 3.7 ha, waarvan 1.6 ha in eigendom. Of de familie daar echt woont is onduidelijk, maar er staat geen andere huurder vermeld. Maar dit perceel ligt dus aan de Steenstraete op de grens met Esen. Zowel aan de overkant van de Steenstraat als ten oosten van de percelen in Klerken is er volop aansluitende landbouwgrond in Esen. En in die parochie laat hij ook zijn twee jongst geborenen dopen.


Jacobus vande Wiere was in 1642 in Esen geboren als zoon van Joannes Vande Wiere en Petronella Vandevelde, stammend uit twee families die al twee of meer generaties in Esen wonen. We bespreken eerst verder de Vandevelde, die ook net hiervoor al deels aan bod kwamen (zie hierboven)..
Petronella Vandevelde was een oudere zuster van Petrus Vandevelde die pas rond 1670-75 in Klerken kwam wonen Haar oudste zuster Cornelia Vandevelde, woonde met haar man Frans van Dromme en hun kinderen al veel eerder in Klerken, in de periode 1635 tot 1650. Cornelia Vandevelde overleed in 1649 zoals in de Wezerijakten is terug te vinden; daarna is er verder geen spoor van dit gezin in Klerken. Een andere zuster, Agnes Vandevelde was in 1643 in Esen gehuwd met Oliverius Allaerdt. Agnes Vandevelde overleed volgens de Wezerijakten in Zarren in 1658; ook hiervan geen verder spoor. Nog een andere zuster, Christina Vandevelde huwde in 1642 met Guillielmus Emmery/Amery, en ging in Woumen wonen. Daar woonden de Amery die zo meteen ook nog aan bod komen. Van andere broers of zusters is geen afstamming geïdentificeerd, tot zover.
Petronella Vandevelde zelf was dus kort voor 1640 gehuwd met Joannes vande Wiere. Ze kregen op drie jaar tijd vier kinderen, eerst een zoontje Paulus, 12 maand later een tweeling Jacobus en Petronella, en nog 13 maand later een derde zoontje met weer de voornaam Jacobus. We mogen met redelijke zekerheid aannemen dat enkel deze jongste Jacobus vande Wiere overleefde. Hij was geboren in Esen in 1642. Maar wie is de familie vande Wiere?
Stamvader Paschasius vande Wiere was in 1614 in Merkem gehuwd met Joanna Bolle dochter van Eligius Bolle. Hun oudste zoon, Paschasius, de jonge, werd drie maand later in Merkem geboren, maar de twee volgende zonen, Joannes en Maerten kwamen ter wereld in Esen. Paschasius vande Wiere, de oude huwde een tweede maal in 1631 in Woumen, met Petronella De Vos, een dochter van Jacobus de Vos en Maria Lauwers. Hiermee komt ook de familie Devos weer in beeld, maar daar komen we zo meteen op terug. Of er in de jaren 1630 kinderen volgden is onduidelijk maar ze hadden toen waarschijnlijk minstens één dochter, Joanna vande Wiere. Van 1640 tot 1647 volgden er nog vier kinderen, Franciscus, Elizabeth, Maria en Judocus, allen geboren in Esen. Petronella de Vos overleed er in 1658; Paschasius vande Wiere, de oude in 1664. Hij werd er met een solemnele mis begraven.
Zijn oudste zoon, Paschasius vande Wiere, de jonge, huwde kort voor 1640 met een Catharina en had met haar in 1641 een dochter geboren in Woumen. Zijn zuster Joanna vande Wiere huwde omtrent 1654 met Jacobus Bauden uit Esen, weduwnaar van Georgia Dejonghe, met wie hij al een dochtertje had dat kort erop, in 1655 overleed. Er volgden zeven kinderen uit zijn tweede huwelijk. Hier komt dus ook de familie Bauden weer in beeld. Jacobus Bauden was een broer van Cornelis Bauden die met Maria van Halewyn was gehuwd en van 1655 tot 1670 zes kinderen had in Klerken, met enkel de oudste met verdere afstamming in Woumen. Jacobus Bauden was ook een broer van Cathelyne Bauden, die met Melchior Blanckaert, de oude was gehuwd en eerder aan bod kwam als een van de leidinggevende figuren van Klerken in 1686 (zie ook aflevering 2).
Elizabeth vande Wiere, een halfzuster, was in 1663 in Esen gehuwd met Jacobus Spetebroot en had met hem zes kinderen, vijf in Esen, de jongste in 1678 in Klerken. Jacques Spittebroodt had in 1686 grond in Zarren, net naast perceel N°484; vandaag is dat het perceel naast de Rietbeek met adres Zarrenstraat 8.
Haar jongere broer Judocus vande Wiere tenslotte had in Esen in 1674 en 1678 twee zonen uit zijn huwelijk met Martina Weerbrouck.
Maar we wijken af. Terug naar hun (half)broer Joannes vande Wiere die dus kort voor 1640 met Petronella Vandevelde was gehuwd. Hun jongste zoon Jacobus vande Wiere, geboren in 1642, huwde in 1670 in Woumen met Joanna Amery, een dochter van Mattheus Amery en Joanna de Jonghe (een zuster van Georgia de Jonghe hierboven). Deze familie Amery voerde in die periode de meest succesvolle huwelijkspolitiek in Woumen-Esen, en realiseerde voor vier van hun zes kinderen een huwelijk op het hoogst haalbare niveau, tenminste wat grote landbouwers betreft. Door zijn huwelijk met Joanna Amery was Jacobus vande Wiere ineens ook aangetrouwd aan de families Ghyselen, Devos en Verduyn.
Catharina Amery, een zuster van Joanna Amery, huwde in 1676 in Woumen met Nicolaus Ghyselen, wellicht een zoon van Antheunis Ghyselen, de oude, en Jacoba Claerebout. Deze familie Ghyselen-Claerebout woonde van 1655 tot 1664 in Klerken, maar kwam van Woumen, en ging daarna terug naar Woumen. Beide ouders werden er in 1673 en 1676 begraven met een gewone dienst.
Hun kinderen Ghyselen schopten het heel wat verder. Zo huwde hun oudste dochter Petronella Ghyselen met Petrus de Vos, wellicht niet de naamgenoot landmeter van dienst bij het opstellen van het Terrier van Klerken van 1686 en Berijder van Esen Ambacht, maar waarschijnlijk wel een neef van deze. Kort na hun huwelijk kregen beiden de titel Domina en Dominus, dus Dame en Heer, een titel die in het Terrier bijna exclusief is voorbehouden voor grondeigenaars allerhande. Volgende zoon Antheunis (Sylvester) Ghyselen was in 1655 in Klerken geboren. Hij huwde met Maria Joanna de Muelenaere uit Staden of Esen, en ging in Woumen wonen. Kort voor 1694 verhuisde hij naar Klerken, en werd er in 1694 pointer, en in 1710 ook Hoofdman. Hij kreeg intussen in veel registraties de titel Magister, dus Meester, een andere titel die volgens gebruik in het Terrier eerder bij landeigenaars hoort. Als Hoofdman en pointer van Klerken volgde hij zijn zwager Franciscus de Pestel op die in 1686 in tweede huwelijk met zijn zuster Jacoba Ghyzele was gehuwd (zie aflevering 1). Een van zijn dochters huwde in 1704 ook met Ignatius van Duyfhuys, zoon van koster Andries van Duyfhuys, en later diens opvolger als koster (de van Duyfhuys komen hierna aan bod). Nog een dochter Anna Maria Ghyselen huwde in Woumen met Joannes Baptista vande Pitte, en kreeg er met hem vijf kinderen. Deze familie Ghyselen was direct verwant aan de molenaarsfamilie Ghyselen, die reeds eerder aan bod kwam, en die ook Petrus Ghyselen omvat, die pastoor was in Klerken van 1689 tot 1710. Diens vader was Pieter Ghyselen, de jonge, zoon van Pieter Ghyselen, de oude, een broer van de Antheunis Ghyselen hierboven (zie ook aflevering 7).
Petronilla Amery, een andere zuster van Joanna Amery, huwde in 1672 in Woumen met Joannes de Vos, een zoon van Judocus de Vos en Maria Greyelicx uit Woumen, en een neef van Petronella de Vos, de echtgenote van Paschasius vande Wiere die hiervoor al aan bod kwamen. Zij kregen acht kinderen, twee in Zarren en nog zes in Woumen.
Alexander Amery, een broer van Joanna Amery, huwde in 1678 in Woumen met Maria Verduyn uit Klerken, een dochter van landbouwers en grondbezitters Marinus Verduyn en Joanna Wackenier (zie ook aflevering 2). Alexander Amery huwde rond 1690 een tweede maal met Catharina Meerseman uit Woumen. Hij kreeg negen kinderen in totaal, zes hiervan uit zijn eerste huwelijk. Hij werd 83 jaar oud, en stierf in 1738 door verdrinking, ’s nachts, ergens in de buurt van Diksmuide, een feit dat interessant genoeg was om in de begrafenisakte te staan.
Terug ter afsluiting van dit deel, naar Jacobus vande Wiere, die dus in 1670 in Woumen huwde met Joanna Amery, een dochter van Mattheus Amery en Joanna de Jonghe. Dit paar kreeg eerst een dochter die werd gedoopt in Woumen in 1671, maar de twee erop volgende kinderen werden gedoopt in Esen. Woonde hij dus wel op perceel N°403 in Klerken in de NO-hoek van de parochie tegenaan Esen? Of woonde hij toch in Esen zelf? We vinden hierover geen uitsluitsel. Maar toch, ook zijn echtgenote Joanna Hameri werd in de loop van 1686 ook in Esen begraven. Hij huwde daarop nog een tweede keer met Nicola de Snydere; plaats onbekend. Dit paar kreeg nog een zoon. Zelf overleed Jacobus vande Wiere in 1695 in Esen. Het lijkt er dus wel op dat hij daar ook effectief woonde, en dus niet in Klerken in de hofstede op perceel N°403.
Familie van koster Andries Vanduyfhuys
Koster Abraham Haetse, de jonge, was rond 1663 bij het overlijden van zijn voorganger in functie getreden. Waarschijnlijk was de vorige koster zijn vader, Abraham Haetse, de oude, die een of meer jaren vóór 1666 overleed. Pastoor Judocus Isenbrant was in 1664 in Klerken aangesteld. Begin 1670 stelt de pastoor vast dat de koster op nalatige en slordige wijze nota’s bijhield in een apart register. Die nota’s vormden de basis om later de nodige akten met de correcte namen en data in te vullen in het parochieregister. Het bleek dat dit niet voldoende nauwkeurig kon wegens zijn nalatigheid, en dat er zelfs gegevens ontbraken. Dit was een probleem, en Habraam Hatse, de jonge, werd eind maart 1670 bedankt voor zijn diensten als koster.

Hij bleef wel een trouwe gelovige en leverde naast zijn gewone werk ook steeds diensten aan de kerk. Zoals eerder besproken was deze Abraham Haetse, de jonge, in 1664 gehuwd met Maria Ghyselen, een tante van de latere pastoor Petrus Ghyselen, en verwant aan de molenaarsfamilie met dezelfde naam (zie ook aflevering 2).
Maar op 1 mei 1670 werd dus een nieuwe, jonge koster aangesteld, met name Andreas van Duyfhuys die in 1648 in Oekene was geboren als zoon van Pieter van Duyfhuys, de jonge, de koster in Oekene, en Tanneken de Visserye. In 1670 zien we in Klerken dus twee inwijkelingen uit Oekene: Andries van Duyfhuys, en Rogier Vandenbroucke met echtgenote Elisabeth Vroestraete uit Rumbeke (naast Oekene); het is niet duidelijk of er enig verband is.
Andreas van Duyfhuys bleef koster tot in 1708. Kort na zijn aanstelling huwt hij Anna Maria de Clerck die uit Staden afkomstig zou zijn. Het paar krijgt tien kinderen tussen 1672 en 1691, waarvan twee na 1686.
In 1686 woonde Meester Andries Vanduyfhuys, de koster dus, met zijn echtgenote Anna Maria de Clercq en minstens vier, misschien alle acht kinderen in de costlerije met een hof ende boomgaert en verder een huijs op perceel N°11, naast de kerk en het kerkhof errond. Perceel N°11, ruim 9000 m² groot, is het volledige stuk ten noorden van de kerk, inbegrepen de noordelijke helft van het huidige kerkhof. Hij pachtte ook perceel N°7 waar ook een huijseken ende boomgaert op stonden. Het is onduidelijk wie daar woonde in 1686. Perceel N°7 ligt aan de andere kant, aan de ZW-hoek van het toenmalige kerkhof, ten oosten van de Kinderen Kerckwegh (vandaag is dat de Spinnerijstraat). Samen was dit bijna 1.5 ha grond. Daarnaast pachtte hij ook nog een klein stukje land gelegen richting de pastorije, perceel N°134. Dit perceel N°134 vinden we schuin over de kerk, aan de overkant van de toenmalige Noort-Tourroutstraete (vandaag is dat de Dorpstraat). Drie afzonderlijke stukken grond dus, die vandaag allen verder opgesplitst zijn.


Als koster ontving Meester Andreas van Duyfhuys telkenjare 90 ponden parisis voor zijn diensten, en voor het inrichten van de school. De reden dat hij school kon houden was wellicht ook een argument om een full-time koster aan te stellen in 1670. Hij boekte ook resultaten; heel wat inwoners leerden er de basis van lezen en schrijven en wat rekenen. Ook betaalde de parochie volgens de parochierekeningen van die periode zowat ieder jaar herstellingen en verbouwingskosten aan de kosterij: strodak herstellen, houtwerk vernieuwen, een kamer bijbouwen, enz.
Andreas van Duyfhuys overlijdt in Klerken in 1708; zijn weduwe in 1723. Hun zoon Ignatius van Duyfhuys, geboren in Klerken in 1682, wordt kort voor zijn huwelijk koster in Avekapelle. In 1708 of al vroeger, volgt hij zijn vader op in Klerken. Ignatius van Duyfhuys blijft er koster tot zijn overlijden in 1755. Deze kostersfamilie van Duyfhuys levert dus onafgebroken 85 jaar diensten aan de Sint-Laurentiusparochie van Klerken.
Ignatius van Duyfhuys, geboren in 1682, huwde in 1704 met Petronilla Ghyselen, een dochter van Meester Antonius Ghyselen uit Woumen die vanaf 1694 in Klerken pointer ende setter was geworden, en er later, in 1710, ook Hoofdman werd. Bij hun huwelijk kregen ze bisschoppelijke dispensatie voor bloedverwantschap in de derde graad. Hoe die verwantschap precies ineen zit is onduidelijk; tot nu zijn slechts zes van de zestien voorouders bekend in de derde generatie. De link zou in Staden kunnen zitten, want Petronilla Ghyselen had er ook voorouders net zoals Anna Maria de Clerck de moeder van Ignatius van Duyfhuys; maar in Staden zijn jammer genoeg geen akten terug te vinden voor die periode. Maar verder was dit geen probleem. Dit paar kreeg 11 kinderen waarvan vier met verdere afstamming.
Petrus Andreas van Duyfhuys de oudste zoon van Andreas van Duyfhuys, geboren in 1672, huwde met Joanna Francisca Defrenais; in 1715 woonden ze in Diksmuide. Hij had vermoedelijk een zoon met verdere afstamming. Van de overige kinderen van koster Andreas van Duyfhuys overleden er twee ongehuwd; van de rest is tot nu geen verdere afstamming bekend.
Tenslotte nog de familie Vermande(r)
Andries Vermande woont in 1686 in een huijseken staende aan de oostzijde van perceel N°847. Dit kan enkel Andreas Vermander zijn die in 1679 in Zarren huwt met Joanna Bauden de weduwe van Ferdinandus de Roo. Joanna Bauden had drie overlevende kinderen uit haar eerste huwelijk. Er was ook een zoon, Andreas Vermande uit haar tweede huwelijk. Joanna Bauden is waarschijnlijk de jongste dochter van Jan Bauden en echtgenote Petronella uit Esen, met afstammelingen gehuwd met o.a. Melchior Blanckaert en Joanna vande Wiere die eerder aan bod kwamen.
Perceel N°847 is ruim een ha groot, en leunt aan bij het Bos van Houthulst, met ernaast aan de oostzijde het bos in eigendom van Seigneur Anselmus Hilfoort, en aan de westzijde land van Mijnheer Charels Rapaert, de twee grootste grondbezitters in Klerken in 1686: de eerste met 38 percelen, samen ruim 35 ha groot; de tweede met 22 percelen samen ruim 32 ha groot. Ligging stemt overeen met het grootste deel van de huidige Koekoekstraat met het toenmalige huis in de buurt van N°7. Daar ligt vandaag nog een L-vormig waterbekken; ook in 1686 was dit minderwaardig land en slechts voor 2/3den belast.




Het perceel N°847 wordt kort na 1686 door het (tijdelijke) Franse gouvernement opgeëist en, aangeslagen en is ook weer in 1798 bekend als Fransch lant (zie ook de vorige afleveringen). De familie van Andries Vermande heeft er dus niet lang gewoond. Ze waren er pas na 1681 aangekomen, en eind jaren 1680 wellicht al weer weg. Hun verder spoor is onduidelijk.
Een tussenstand
Een gevarieerde aflevering opnieuw, met seriehuwelijken uit bittere noodzaak, maar ook rationele huwelijken die leidende families met elkaar verbinden. We hebben intussen 258 volwassen mannen en vrouwen geïdentificeerd en daarbij nog 491 kinderen waarvan er zeker 224 in leven waren in 1686. We zitten dus met 484 tot 751 mogelijke inwoners, bij benadering wellicht circa 620. In de volgende aflevering komen de overige in het Terrier geïdentificeerde bewoners aan bod, om daarna te beginnen met het consolideren van dit alles, en aanvullen met bewoners niet-pachters of niet-eigenaars.
Disclaimer: dit is een werkversie; de uiteindelijke versie zal, waar nodig, worden verbeterd en uitgebreid, o.a. met familieoverzichten en een volledige index . Dit werk wordt later in zijn geheel gepubliceerd.
[1] Rijksarchief Brugge, Parochierekening Klerken 1685-89 INV 15-16 2498 Afrekening niet geliquideerde rekeningen
[2] Rijksarchief Brugge, Parochierekening Klerken 1693 INV 15-16 2503