Schoenen en lijnwaad, erwten en koren – de Armendisrekeningen van 1661 en 1662

Voor de parochie Klerken zijn slechts vier Armendisrekeningen van vóór 1700 bewaard. Ze zijn beschikbaar bij het Rijsarchief in Brugge onder referentie INV 15-16 11808. We vinden er de rekeningen voor de jaren 1633, 1643, 1661 en 1662. Deze rekeningen geven enerzijds een momentopname van de pachters van grond van de Armendis, die zorgden voor de nodige inkomsten, en anderzijds van de ontvangers van steun van de Armendis, die met deze inkomsten werden ondersteund. Hierdoor krijgen we een onafhankelijke kijk op een deel van de toenmalige lokale bevolking in de parochie Klerken. De disrekeningen van 1633 en 1643 dateren van voor de beschikbare parochieregisters (Dopen en Huwelijken starten in 1653; Begrafenissen in 1675); ze komen later aan bod. In deze bespreking kijken we naar de jaren 1661 en 1662, of meer precies van Bamis (1 oktober) 1661 tot Bamis 1663. Deze periode ligt ongeveer acht jaar na de start van de Parochieregisters, en maakt een vergelijking met bekende personen iets makkelijker.

De Armendisrekeningen van 1661 en 1662 kunnen in transcriptie, samen met de beide originele documenten digitaal worden gedownload. als één enkel PDF bestand De transcripties komen samen met een gemeenschappelijke index en een spreadsheet waarin de boekhoudcijfers naast elkaar zijn gezet (PDF = 23 Mb).
De transcripties in de getoonde versie kunnen nog steeds verbeterd worden. Aanvullingen en verbeteringen zijn welkom en zullen bij latere updates worden toegevoegd.

Net zoals de Parochierekeningen omvatten deze Armendisrekeningen twee delen: eerst worden de ontvangsten beschreven, en daarna de uitgaven, om te eindigen met de balans die naar het volgende jaar wordt overgedragen. De Armendisrekening is niet enkel een interne zaak voor de parochianen, met de pastoor, hoofdman, dismeester en kerkmeester als hoofdpersonen. De rekening van 1661 wordt ook ondertekend door Jacobus Codde, deken in Diksmuide, en door een zekere (B. of J. ?) Rommel, functie niet bekend. De rekening van 1662 wordt ook gepresenteerd aan Ferdinande Veranneman en Joannes Franciscus Pauwels, schepenen en Burgemeester(s) van het Land vanden Vrije, en aan Gillis Vrause(?) een representant va het Bisdom Ieper, waar Klerken onder viel. Er is dus ook externe controle op wat wordt voorgesteld.

De hoofdrolspelers

De pastoors: Midden juni 1660 was pastoor Jacobus Boereman overgeplaatst naar Stavele, en vervangen door pastoor Petrus Puessin die van de Sint-Maartensparochie in Strazeele kwam (nu in Noord-Frankrijk). Pastoor Petrus Puessin was slechts anderhalf jaar actief in Klerken. Na 17 december 1662 is niets meer over hem bekend; wellicht overleed hij wel in Klerken; maar dit was dan voor de begrafenisregisters starten.

Anderhalve maand later, begin februari 1663 wordt Jacobus Schoutteeten tot deservitor benoemd, verbonden aan de Sint-Laurentiuskerk in Klerken. Een jaar later wordt hij gepromoveerd tot onderpastoor verbonden aan de Sint-Petruskerk in Loker. Hij wordt in januari 1664 in Klerken opgevolgd door pastoor Judocus Isenbrandt. Deze blijft 14 jaar pastoor in Klerken waar hij in 1678 overlijdt. Pastoor Judocus Isenbrandt wordt vooraan in de kerk begraven, in de door hem gebouwde nieuwe zijbeuk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw; hij rustte er onder de afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van het Schapulier, de orde die hij enkele jaren eerder in Klerken oprichtte.

De Armendisrekening van 1661 wordt pas op 29 juli 1663 mee voorgesteld door pastoor Jacobus Schoutteten, wiens naam over de geschrapte naam van Jacobus Boerema(n) komt. Van Jacobus Puessin is nergens sprake. Judocus Isenbrandt stelt op 12 augustus 1664 mee de Armendisrekening van 1662 voor.

De notabelen:

  • Joos van Hee is hoofdman in 1661 en 1662. Hij volgde in die functie Melchior Blanckaert op.
  • Rendant van de Armendisrekeningen is de Dismeester van dienst. In 1660 was dat Petrus de Decker, die in 1661 werd opgevolgd door Jan Osten. In 1662 werd Jacques van Hove Dismeester, in 1664 opgevolgd door zijn broer Passchier van Hove.
  • Er is ook een Kerkmeester, o.a. verantwoordelijk voor de Kerkgeboden, maar het is niet duidelijk wie deze rol wanneer speelde. Alleen wordt op het einde van de rekening van 1662 vermeld dat deze rol in 1664 voor Guille Costenobel is, een zoon van Franchois Costenobel, de stamvader van de familie Costenobel in Klerken. Deze Guille Costenobel verhuisde omtrent 1670 bij zijn tweede huwelijk naar Zarren, en speelt daarna geen directe rol in Klerken.
  • Zijn broer Jacques Costenobel is ook al in 1661 en 1662 de opsteller van de rekening. M.a.w. hij doet het schrijf- en rekenwerk. We zagen al bij de Parochiererkeningen dat hij dat 20 jaar later nog steeds plichtsbewust doet, uiteraard tegen betaling van een schrijfloon; hier was dit telkens 9 £ 10 sch Parisis.
  • Verder vinden we bij de notabelen ondertekenaars enkel Guido Contant en Cornelis Seys met naam en handtekening.
  • Er wordt nog verwezen naar andere notabelen, maar deze worden niet apart vermeld.
Armendisrekening Klerken 1661: de ondertekenaars Jacobus Schoutteetten deservitor; Jacques Costenoble, Joos van Hee, hooftman, Guijdo Contant, Cornelis Seys, Jacques van Hove (dismeester in 1662), Jacobus Codde, deken en pastoor in Diksmuide

De ontvangsten

Inkomsten haalt de Armendis hoofdzakelijk uit het verpachten van landerijen, meersen, elseriën, al dan niet met erbij behorende huizen of hofsteden. In 1661 bezit de Armendis ruim 48 gemeten land, waarvan ruim 5 gemeten in Esen, Zarren en Woumen. Een exacte optelling lukt niet omdat sommige stukken onvoldoende gepreciseerd zijn, en andere in gemene eigendom met de Kerk of andere eigenaars zitten. Circa 43 gemeten land in Klerken dus, iets meer dan 19 ha in totaal. Een deel van dit land kwam van schenkingen van notabelen, bij hun overlijden of ter hunner “memorie”. De rest was de Dis over de jaren toegevallen uit insolvente erfenissen of bij andere gelegenheden.

We kunnen deze pachtlanden vergelijken met de toestand in het Terrier van de Prochie van Clercquen van 1686 waar de Armendis 32 percelen in volle eigendom heeft, voor een totaal van 14.45 ha, 10 percelen (12.82 ha) in mede-eigendom heeft samen met Jacques Costenobel, en met domina Anna Maria Bricx, een rijke landeigenares met roots in Klerken, die intussen in Diksmuide woonde. Tenslotte had de Armendis ook nog één perceel in mede-eigendom met de Kerk van Klerken (zie ook de lijst met pachters hieronder). De meeste percelen worden op hele lijnen (1 gemet = 3 lijnen = 300 roeden) of afgeronde aantallen roeden geraamd (50, 75), maar voor sommige percelen is dit beter afgemeten tot op de roeden precies.

Het is onduidelijk of de Armendis van 1661 tot 1686 veel extra land heeft verworven. Vooral de stukken in gemene eigendom met Jacques Costenobel en Anna Maria Bricx vertroebelen het beeld. Wel is duidelijk dat Jacques Costenobel aan de Armendis enkel pacht betaalt in 1662. Hij passeert dan ook aan de kassa om kosten voor herstellingswerken aan de hofstede te recupereren bij de Armendis, die blijkbaar de hofstede wel in (volle?) eigendom had (zie lager).

Naast de pachtinkomsten ontvangt de Armendis ook nog lofrenten van enkele eigendommen in Diksmuide. Er zijn ook occasionele inkomsten van de verkoop van bomen: 52 £ in 1661, geïnd via Jacques Costenobel, en 8 £ in 1662 van de verkoop van een eik via Jacques Odent. En tenslotte zijn er nog de ontvangsten via de jaarlijkse omhaling in de kerk ten voordele van de Armendis (31 £ 18 sch in 1661; 40 £ 12 sch in 1662), en via de “busse” die in de herberg van Fransois Cavallier ter beschikking hangt (5 £ 10 sch in 1662).

In totaal heeft de Armendis ontvangsten uit het verpachten van een kleine 40 percelen, hoofdzakelijk in Klerken, en verder nog enkele percelen in Esen, Zarren en Woumen. Dit levert met de lofrentes erbij een kleine 500 £ parisis per jaar. De losse ontvangsten uit verkoop van bomen, en de omhaling in de kerk, en de geldbus in de herberg de Cavaillier brengen het totaal op 568£ 14 sch 5 gr par in 1661-62 en op 549 £ 3 sch in 1662-63. Er zit zoals dikwijls een kleine fout op de optelsom. En bij de eindafrekening rondt men het overschot van 9 £ 14 sch par af op 9 £ bij aanvang van het volgende jaar. Bij de start van de Armendisrekening van 1661 was er blijkbaar geen overschot of tekort van vorige jaren.

De pachters en hun land

Bovenste deel: de parochie Klerken in 1686 onderverdeeld in acht houcken, geprojecteerd op de Josephinische Landesaufnahme (1760-1773); onderste deel: in de 19de eeuw toegevoegd deel van het Vrijbos

Een volledig overzicht van de pachters in 1661-62 (allemaal dubbels op enkele percelen na) is te vinden in de transcriptie van de beide Armendisrekeningen en in de bijbehorende spreadsheet die samen kunnen worden gedownload (zie hoger). Hier bespreken we enkel de percelen die we ook in 1686 kunnen identificeren:

  • Pieter de Harre pacht voor 5 £ 10 sch een huis en erf naast het Kerkhof ten westen van de kerk. Dit kan enkel Perceel N°10 zijn in het Terrier van de Prochie van Clercquen 1686. Pieter de Harre woonde al in 1643 (nog niet gepubliceerde transcriptie) op dit perceel dat toen 75 roeden groot werd geraamd. In het Terrier is dit 97 roeden groot. In 1662-63 omvat deze pacht zowel het huis als het stukje land van 75 roeden. In 1686 woont Matthijs Thevel, Fs. Coevoet daar samen met zijn echtgenote Judoca Maene (haar tweede man), en met een of meerdere kinderen. Judoca Maene was in eerste huwelijk gehuwd met Jacobus de Harre, een zoon van Pieter de Harre. Deze laatste overleed in 1678, zijn zoon in 1681.
  • Guilliames du Verlie pacht een stukje land van 75 roeden van Jan Bode, die het blijkbaar zelf in pacht had van de Armendis. Dit is ofwel perceel N°213, ofwel perceel N°232 in Houck 3, die Jan Bode in 1686 zelf rechtstreeks van de Armendis pacht. In 1686 woont Guilliames du Verlie op zijn eigendom op perceel N°756 in Houck 7. In 1661-63 pacht Guilliames du Verlie nog enkele lijnen land van de Armendis, die vroeger Elst waren. Deze lagen waarschijnlijk dichter bij het Vrijbos, maar zijn niet eenduidig te identificeren.
  • Pieter Huisseune pacht een lijn meers van de Armendis. Dit is wellicht het perceel N°391 in Houck 5 van het Terrier van 1686. Daar is het 89 roeden groot, en door de Armendis verpacht aan herbergier Philips Foret.
  • Cornelis Bonne/Boone pacht een lijn land aan de Slijpperstraete (= Slijpstraat). Dit is wellicht perceel N°735 in Houck 7, dat in 1686 door Lieven van Hee wordt gepacht van de Armendis. Cornelis Boone uit Keiem, Vs. Maria NN, was in 1660 in Klerken gehuwd met Sara de Schrevele, Va. Rougier de Poortere. Dit paar is wellicht kort na 1662 in Keiem gaan wonen, waar Cornelius Bonne in 1670 overlijdt.
  • Het perceel in gemeenschap met de Kerk is 1-0-20 gemet groot (4719 m²). Hiervan bezit de Armendis volgens deze Armendisrekeningen 0-1-60 gemet, de helft dus. Pachter in 1661-62 is Jan Bode. Dit is in 1686 perceel N°568 gelegen in Houck 5. In 1686 wordt dit perceel gepacht door Jan Robbe, een schoonbroer van Jan Bode.
  • Claeys de Verlie pacht van de Armendis een stuk van 50 roeden, en een tweede stuk van een half gemet waar vroeger de oude molen op stond. Samen is dat 2 lijnen land, waarschijnlijk het latere perceel N°254 in Houck 4, dicht bij perceel N°259 waar in 1686 de Ter Laene molen op stond. In 1686 wordt dit perceel gepacht door Joos Ghyselen een van de uitbaters van de toenmalige Ter Laene molen. Deze Ter Laene molen was inderdaad begin zeventiende eeuw gebouwd nadat de vorige molen op het einde van de zestiende eeuw tijdens de Troebelen was teloor gegaan.
  • Francisca van de Steene, Va. Hendrick de Meij pacht een lijn land van de Armendis, gelegen aan de Stockstraete. Dit kan enkel perceel N°348 zijn gelegen aan oostzijde van de Stokstraat in Houck 4.
  • De gemene eigendom met domina Anna Maria Bricx en Jacques Costenoble in 1686 omvat 10 percelen, met name de percelen N°20-25, 29, 31, 33-34, met de omwalde hoeve (in 1686 van Jacques Costenobel) op perceel N°33 (alles in Houck 1). In totaal zijn die 10 percelen 12.82 ha groot. Deze worden in 1661-62 in twee grote stukken verpacht.
    • Marthein du Meez een schoonbroer van o.a. Jacques Costenobel pacht 10-1-54 gemeten land van de Armendis, wellicht een deel van de (latere) gemene eigendom met Jacques Costenobel en domina Anna Maria Bricx, maar in 1661-62 nog niet geconsolideerd met de rest. De pacht van 78 £ 10 sch Parisis omvat ook een “behuusde” hofstede waar hij ook refectiekosten voor recupereert bij de Armendis (zie lager).
    • Joos de Waeghewercker pacht 16-1-45 gemeten land “weesende de helft van een behuusde hofstede gemeene met daeldijnghers (de nakomelingen van) de heer Dierijck Brix“. Domina Anna Maria Bricx is een dochter van deze Dieryck Bricx. Jacques Costenobel neemt in 1662 de pacht over van deze 16-1-45 gemeten land.
    • Samen met het vorige stuk is dit 27-0-1 gemet, dat is 1-2-94 gemet, dus net geen 2 gemet kleiner dan de 28-2-95 gemet van de 10 percelen in 1686. Dit is te veel voor een afrondingsfout; dit moet dus waarschijnlijk een van de twee gemene percelen zijn die omtrent 2 gemet groot zijn, en dus vóór 1686 werden toegevoegd.
    • Jacques Costenobel was omtrent 1650 gehuwd met Cathelyncken du Meez, een zuster van Marthein du Meez. In 1664 huwde Marthein du Meez opnieuw, met Maria Devacht. Blijkbaar is dit paar daarop ergens anders gaan wonen. Jacques Costenobel nam bij deze de toplocatie en omwalde hoeve op perceel N°33 van hen over. In 1661 ontvangt Marthein du Meez refectiekosten voor het huis; in 1662 is het Jacques Costenobel die aan de kassa passeert (in feite werd de rekening pas afgesloten begin augustus 1664, na het huwelijk van Marthein du Meez in juni 1664; zie ook lager bij Betalingen).
  • Het perceel N°9 in het Terrier van 1686 is ook op het huidige kerkhof gelegen, dus net ten westen van de kerk in Houck 1. Het is 94 roeden groot. In 1662-63 wordt dit als boomgaard gepacht door Jan Pottie die enkele percelen verder woonde (in een huisje op het 59m² grote perceel N°4). In 1686 wordt dit perceel “land” door de weduwe van Andries Floreyn gepacht van de Armendis. Dit perceel was dus niet langer een boomgaard, maar gewoon land. Dit was wellicht een gevolg van de dramatische gebeurtenissen in 1678-79, toen de Franse bezettingstroepen alle runderen en paarden voor een langere periode op het kerkhof hadden samengedreven. (zie ook de bespreking van de Parochierekeningen 1680 enz).
  • Livin de Poorter pacht 14 roeden land “daer sijn huiseken op staet”. Dit kan enkel perceel N°35 zijn in Houck 1 uit het Terrier van 1686. In 1686 wonen daar Jacobus Cardinael die intussen gehuwd was met Judoca de Poortere, een dochter van Livin de Poortere.
  • Verder werden in Klerken zelf nog (niet geïdentificeerde) percelen gepacht van Guido Contant, Guilliames du Meez, Guilliames vanden Bussche, Jacques Guestier, Jacques Lamerre, Jacques Staelen, Jan Coppez d’oude, Jan Lava, Jan le Josne, Joris de Beuckelaere Fs Claeys, Maillaert Norreel, Michiel van Houtte, Pieter Beauprez, Pieter Outterman, en Tanneken de Smet Va Pieter Osten

Betalingen

Hier wordt het interessant. De verschillen tussen de twee jaren zijn groot, met zeer gedetailleerde steun, hoofdzakelijk in natura, aan arme parochianen in 1661-62. In 1662-63 is er veel minder in natura steun nodig. Blijkbaar ging het toen heel wat beter dan het voorgaande jaar. Het zou kunnen dat een deel van de voedselsteun in 1661-62 dubbel werd geboekt, maar dat is slechts een veronderstelling: enerzijds zien we koren enz als als een betaling aan de steuntrekkers, anderzijds worden deze ook (deels?) als aankoopkost van grondstoffen bij de lokale landbouwers/leveranciers vermeld.

Gedroogde erwten worden geoogst nadat ze volgroeid zijn. Ze hebben een hoge voedingswaarde als bron van voedingsvezels (ruim 20%) en eiwitten (ruim 20%).

Naast voedsel, -hoofdzakelijk erwten, koren, boter, en “mulder”, d.i. gemalen koren,- werden ook schoenen en textiel bezorgd waar nodig. Van deze laatste is er weinig detail van eventuele begunstigden. We mogen ervan uitgaan dat het deels dezelfde armen zijn die ook op regelmatige wijze (alvast in 1661-62) erwten en koren ontvingen. Armen kregen niet alleen kledij en basisvoeding, maar occasioneel ook directe geldelijke ondersteuning,. Dit waren steeds kleine bedragen van enkele schellingen tot hooguit 1 £ parisis of wat meer.

Ondersteuning en bijhouden van arme (wees)kinderen

Meerdere parochianen worden vergoed voor het bijhouden van “een arm kind”. Heel wat kinderen werden inderdaad jong wees, en werden dus indien nodig op kosten van de Armendis door derden onderhouden. Of ze daar allemaal beter van werden is uit deze beperkte momentopname niet af te leiden.

  • In 1661 ontvangt Pieter de Puydt 6 £ voor het bijhouden van een niet geïdentificeerd arm kind.
  • Ook Mahieu Aelbrecht houdt ook een arm kind bij; hij krijgt 10 £ steun.
  • Livin de Poorter zorgt voor Margriete le Nore. Hij krijgt hiervoor 41£ steun; ook in 1662 ontvangen diverse personen nog 18 £ steun ter onderhoud van Margriete le Nore. Margriete le Nore. was een dochter van Pieter Lenoire en Maria Bouckenooghe en had ook nog drie broers geboren in 1653, 54 en 56. Margriete le Nore was blijkbaar al wat ouder, want in 1661 ontving ze zelf ook 3 £ 12 sch directe steun. Wat van die broers terechtkwam is niet bekend. Margriete le Nore was wellicht rond 1650-52 geboren, en dus 11-12 jaar oud in 1663, een leeftijd waar ze als beginnende meid ergens aan de slag kon. Maar daar is verder niks van bekend.
  • Christina Smagghe, de weduwe van Jan Verslype zorgde voor een kind van Pieter Paescheseune, de oude of de jonge; wie precies is niet bekend. Zij ontving hiervoor 30 £ steun.
  • Jan Osten zelf ontving in 1661 48 £ voor het onderhouden van Maria Labarre een dochter van Fransois Labare geboren in Woumen in 1652; haar tweelingbroer Georgius Labaere was blijkbaar overleden. In 1662 gaan de 24 £ kosten voor het onderhoud van het kind van Fransois La Barre naar Jan Trenez. Maria Labaere huwt in 1684 met Lucas Tytgat.
  • Er wordt nog 3 £ steun uitgekeerd voor verdere kosten van Margriete le Nore en van een kind van Jan de Mulle/du Mulier. Dit kind zou dan Petronella Dumulie moeten zijn die in 1654 werd geboren.
  • In 1662 wordt Petronella Dumulie onderhouden door Marthein du Meez. Hij ontvangt hiervoor 78 £ 15 sch parisis. Petronella Dumilie werd dus wellicht midden 1662 volle wees. Ze was toen 8 jaar oud.

Het verzorgen van weeskinderen ging nog veel verder. In 1662-63 betaalt de Armendis een aanzienlijk bedrag van 81 £ aan Chirurgijn Vincent Boutman voor het “cureren” van Isabella Pousseyn; de chirurgijn ontving hier bovenop nog 1 £ 12 sch “thaire”, vergoeding voor gemaakte drank- en voedingskosten Of de chrurgische ingreep geholpen heeft is niet duidelijk; hierna is van Isabelle Pousseyn niks meer bekend.

Isabella Pouchein was een dochter van Carolus Pouseyn en Maria Demaerte, die in 1661-62 was overleden na twee extra huwelijken (2) met Petrus Lobbegein in 1655, en (3) met Joos de Waghenwercker in juni 1661. Het is niet bekend of de Pousseyn ook familie waren van pastoor Petrus Pusseyn die in die periode in de parochiekerk Sint-Laurentius van Klerken in dienst was. Carolus Pouseyn woonde al in 1640 in Klerken. Isabella Pouchein had ook een oom Petrus Pousseyn die in die periode in Klerken woonde. Deze was gehuwd met Jacoba Elians, met in 1659 een dochter Petronella Poussein. Ook dit gezin is hierna niet meer in Klerken terug te vinden.

Levering van diensten, kledij en voeding

  • Schoenen zijn een belangrijke uitgavenpost: voor diverse parochianen worden in 1661 voor 53 £ 8 sch schoenen aangekocht bij Antheunis Cousein, en in 1662 voor 66 £ 12 sch bij Jan Subbiers, beiden schoenmakers in Diksmuide.
  • Kousen, (blauw) lijnwaad, sargien (dekens), een blauwe vrouwenrok: dit wordt allemaal aangekocht bij winkeliers of ambachtslui in Diksmuide. Voor 51 £ 12 sch 5 gr in 1661 bij Hendrick van Kellen; voor 58 £ 10 sch in 1662 bij Jan Picart, Jacob de Bats en Aluveda Beal(?).
    • In 1661 ontving Pieter Paescheseune een paar kousen ter waarde van 1 £ 8 sch. Van de overige verdeling is geen detail bekend.

Levering en bedeling van basisvoeding

Leveranciers

  • Pieter Schillewaert ontvangt in 1661 11 £ voor het leveren van 2 spint mulder (1 spint is een half vierendeel van een maat, dus circa 5.35 liter)
  • Jan Osten zelf ontvangt 43 £ 8 sch voor het leveren van koren, en voorschieten van geldsommen
  • Molenaar Pieter Ghyselen ontvangt 28 £ 9 sch voor het leveren van diverse spinten mulder (dus 5 of 6 spinten als de prijs vergelijkbaar is met deze hierboven).
  • Pieter Beauprez ontvangt 13 £ 10 sch voor het leveren van koren (= tarwe)
  • In 1662 wordt enkel Pieter Behaghel vermeld als leverancier van 1 spint en 3 achtendeelen koren, en van 3 pond boter; samen was dit 10 £ 18 sch waard.

Basisvoeding in de bedeling

  • Vanaf 6 januari 1662 worden erwten en koren per halve maat (1 maat koren in het Brugse Vrije = een zak van 43 liter) bedeeld aan diverse arme personen. Dit gaat door tot 1 juli 1662.
  • Hierbij evolueert de prijs van een halve maat erwten van 1 £ 16 sch in januari naar 2 £ in april.
  • De prijs voor een halve maat koren is eerst vrij stabiel. Begin januari kost een halve maat koren 2 £ 16 sch; eind februari is dit licht gedaald tot 2 £ 14 sch. In april neemt de prijs dan sterk toe, eerst naar3 £ 4 sch, en begin juli naar 4 £ 10 sch. Kort erop is de nieuwe oogst binnen, en de prijs zakt terug naar 2 £ 12 sch voor een halve maat koren.
  • Tenslotte wordt er ook nog boter bedeeld; per pond

Begunstigden van de voedsel- en geldbedeling

  • In januari 1662 krijgt Tanneken Anseel tweemaal een halve maat erwten. Deze Tanneken Anseel is verder totaal onbekend in Klerken, en was dus wellicht een tijdelijk inwoonster.
  • Lodewijck Romeyn (= Romanus Loys) ontving een eenmalige gift van een halve maat erwten.
  • Pruingen de Meez ontving een halve maat erwten en een halve maat koren, en later nog een halve maat koren.
  • Georgius Berevel ontving tweemaal een halve maat erwten, en eenmaal een halve maat koren.
  • Jacques Wackenier (een van mijn 512 stam-grootvaders) ontving een halve maat koren en een halve maat erwten.
  • Ontvangers van een eenmalige gift van een halve maat koren: Cathelyne de Wilde, Maria Thevel, Lowyse de Harre, en de weduwe van Jacques Goernaeys (de latere/toenmalige? schoonmoeder van Ludovicus Romeyn).
  • Mattheus de Wulf kreeg anderhalve maat koren; was dit Matheus de oude of de jonge? Joosyne de Wulf krijgt in juli 1662 een keer een halve maat koren, en daarnaast ook nog wat geld. Zij was wellicht een dochter van Mattheus de Wulf de oude, maar dat kon nog niet eenduidig worden bevestigd.
  • Margriete Baekeroot ontving een halve maat koren, en enkele maanden later een kwart maat erwten.
  • Hendrick de Sodt ontving enkel directe geldelijke steun: 5 £ 12 sch geld in drie schijfjes.
  • En dan hebben we nog Venchent le Crois de vader van Walram du Crois en Martina Decroo, die resp. met Susanna Lowys en Romanus Lowys (= Ludovicus Romeyn) zijn gehuwd. Venchent le Crois is al behoorlijk oud want in 1645 was hij al present bij de Wapenschouwing der Weerbare Mannen. In 1662 woont hij (tijdelijk?) bij zijn zoon Walram du Crois die dan voor zijn onderhoud zorgt, en hiervoor geld en een halve maat koren krijgt. Zelf krijgt Venchent le Crois in de eerste jaarhelft ook nog vijfmaal een halve maat koren, en een keer een hele maat. Daarnaast krijgt hij een keer boter, en wel acht keer kleine sommen geld. In totaal besteedt de Armendis 37 £ 7 sch parisis ter ondersteuning van Venchent le Crois. Maar het mocht niet baten. In het najaar van 1662 overlijdt hij. Hij wordt ook op kosten van de Armendis begraven. Hiervoor ontvangen de pastoor en koster 9 £ in het jaar 1662 (zie figuur hoger); de 6 £ voor de putmaker op de rekening van 1661 is misschien ook wel voor deze begrafenis.
  • Voor het boekjaar 1662-63 zijn geen verdere begunstigden gespecifieerd.

Dit korte overzicht geeft een inkijk in wie omtrent 1662 aan de onderkant van de maatschappij leefde in Klerken. We zien de familie Lowys/Romeyn, gekoppeld aan de Goernaey en du Croix. Verder enkele de Wulf en een de Wilde, namen waarvan we afstammelingen later bij de boskanters en bezemmakers terugvinden. Maar verder zijn er ook een Wackenier, een Thevel, een de Meez, een de Harre, Baekeroot en de Sodt, families die later weinig of niet in dit segment worden gevonden.

Het is duidelijk een momentopname die wellicht eerder illustreert dat sommigen plots alle mogelijke steun nodig hebben om te overleven. Tijdelijke toestanden spelen hierbij waarschijnlijk een grote rol: slechte oogst? passerende legers? plots overlijden in de familie? De winter van 1662 staat bekend als een zachte winter, net zoals de winters van het jaar ervoor en het jaar erna. Reden van de plotse grote vraag naar steun heeft dus wel een andere oorzaak. Maar dat blijft voorlopig gissen.

Andere uitgaven

  • Jacques Costenobel ontvangt voor elke rekening die hij opstelt 9 £ 10 sch.
  • De omwalde hoeve op het perceel N°33 in het Terrier van 1686 wordt in 1661-62 bewoond door Marthein du Meez. Het jaar erop en ook nog in 1686 woont Jacques Costenobel daar. De hoeve is eigendom van de Armendis, en dus kunnen beide bewoners de kosten voor door hen uitgevoerde refectie allerhande door te rekenen aan de Armendis, met name 61 £ 7 sch in 1661-62, en 156 £ 6 sch in 1662-63.
  • Er is in 1661 ook een betaling van 14 £ 5 sch aan Livin le Chat, koster in Woumen, die voor de Armendis van Klerken renten in Woumen ophaalt. De pacht voor het land in Woumen was in 1661 amper 7 £ Par. De vergoeding aan de koster aldaar dekt dus waarschijnlijk ook andere diensten en/of andere jaren.
  • Verder nog wat losse geldkosten en “there” kosten gemaakt bij het opstellen en presenteren van deze rekeningen.

Besluit

Jammer genoeg beschikken we slechts over enkele Armendisrekeningen voor de jaren 1600 in Klerken. In de rekeningen van 1661 en 1662 hierboven zien we dat de Armendis over voldoende landerijen beschikt om het merendeel van de courante steun aan arme parochianen te kunnen betalen. Deze steun zit enerzijds in het onderhouden, en zelfs medisch opvolgen van arme (wees)kinderen, maar ook in het bezorgen van schoenen en kledij, en in moeilijke tijden ook basisvoeding zoals erwten, koren, gemalen koren, boter, en waar nodig geld. Deze uitkeringen kunnen erg verschillen van jaar tot jaar.

Het is niet helemaal duidelijk of er dubbeltellingen (leveranciers en ontvangers van goederen) in de rekening zijn geslopen, maar deze zijn wellicht beperkt. Er was tenslotte ook externe controle op wat werd geboekt. Wel zien we dat Jacques Costenobel, de opsteller van de rekening, die vanaf 1662-63 ook in een hoeve woont die eigendom is van de Armendis, deze grondig op kosten van de Armendis laat verbouwen, en slechts pacht betaalt op een deel van de bijbehorende landerijen. In 1686 heeft hij deze in gemeenschappelijk bezit met de Armendis en een rijke familie. De Armendis verwerft de jaren erop slechts zeer sporadisch extra grond. Verdere studie van Omlopers en Parochierekeningen zal hier later een betere totaalbeeld van geven.

Parochie– en Armendisrekeningen zijn echte bronnen van extra informatie over toen actieve personen. Deze twee Armendisrekeningen vermelden samen al meer dan 100 personen, waarvan ruim 70 bewoners van Klerken zelf, en nog een tiental van Esen, Woumen, en parochies in de buurt. In dit geval zijn dit zowel de pachters als de ontvangers van steun. We zien zelfs enkele familienamen opduiken die later aan de basis zullen liggen van de groeiende boskanter- en bezemmakers-gemeenschap. Maar deze momentopname geeft op deze latere evolutie slechts een zeer beperkt zicht. In de gewone Parochierekeningen vinden we in tegenstelling hiermee vooral de pachters en notabelen. Steuntrekkers zijn daar eerder de uitzondering.

Tenslotte: het was een prima initiatief van de Armendis om mijn stam-grootvader Jacques Wackenier op 28 januari 1662 te steunen met ruim 20 liter koren en 20 liter droge erwten. Hij was toen anderhalf jaar gehuwd met Passchalia Dewilde, zijn tweede echtgenote. Hun zoon, mijn stamvader Jacobus Wackenier (de jonge dus), was begin 1662 acht maanden oud. Hij heeft het gehaald, misschien wel indirect mede door deze steun. En hierdoor kunt u dit vandaag dus ook lezen…


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s