Bevolkingsreconstructie Klerken 1686 (deel 11)

De familie Hoorelbeke-Herreman en de nieuwe bosrand

Met de familie Hoorelbeke-Herreman komen we in moeilijker te reconstrueren gebied. Al in de jaren 1650-1670 worden er enkele Hoorelbeke geboren in Klerken, met name twee kinderen van Christianus Hoorelbeke en Catharina Becu/Peckey. Maar die zijn in 1686 nergens meer terug te vinden. Ook Herreman zijn er al in Klerken, zelfs al in de jaren 1550-1580, maar een verband naar later is er niet direct.

In 1686 vinden we wel Marijn Hoorelbeke die met echtgenote Gerardina Herreman en enkele kinderen woont op perceel N°861, dus in de buurt van Ter Heyst, het latere Terrest. Het gezin pachtte in 1686 drie percelen van Meester Maerten vande Woude, diens enige drie percelen in Klerken. Perceel N°861 was toen ruim 6 ha land, zaailand en veld (= bos), met een woonhuis aan de oostkant gelegen aan het einde van de Slijpstraete tegenaan de Rest Balije, de grens van Terrest en het toenmalige Vrijbos (de toenmalige Slijpstraete heet daar nu Terreststraat). Samen met perceel N°860 en N°862 pachtten ze ruim 7 ha land, die slechts voor de helft werden belast.

Marijn Horelebeque zou eerst in Handzame hebben gewoond, waar het oudst bekende kind werd geboren in 1661. Wanneer ze precies in Klerken kwamen wonen is niet duidelijk, maar van 1668 tot 1677 kreeg het paar er wel nog vier kinderen. Bij de herbeschrijving van de bosrand in 1687 en kort erop in de jaren 1690 is al geen sprake meer van dit gezin. Marinus Horelbeke woonde er wellicht nog in 1687, maar hij overlijdt in 1689; hij werd met een dienst van drie lezingen begraven. Of zijn echtgenote opnieuw huwde is niet bekend. Evenmin is er enige directe afstamming van de kinderen bekend.

Intermezzo: Herbeschrijving van de bosrand van het Busch van Outhulst in 1687 en 1698

In 1687 wordt onder impuls van het Franse bewind, dat dan vanuit de bezette Kasselrij Ieper het hele Bos van Houthulst beheert, een herbeschrijving van de bosrand opgesteld (Rijksarchief – Cartesius kaarten). De percelen N°861 en 862 stemmen in die beschrijving overeen met perceel N°17, en perceel N°860 is hetzelfde als perceel N°16. Percelen N°1-17 worden bij het Vrijbos gevoegd, en uitgesloten van parochiebelastingen en andere heffingen vanuit Klerken of het Land vanden Vrijen. De vaststelling van de plaatselijke notabelen dat deze landen al sinds mensenheugenis bij Klerken hoorden vielen op een koude steen. Bij deze herbestemming verloor de Prochie van Clercken ineens 103 gemet en 57 roeden land (ruim 45 ha), d.w.z. ruim 5% van zijn toenmalige belastbaar land. Het was een magere troost dat dit gebied voor een groot deel bos of minderwaardig land was (geweest), en slechts voor een fractie belast.

In 1698 werd deze kadastrale opmeting nog eens overgedaan en de wijziging werd bij deze bevestigd (Rijksarchief – Cartesius kaarten). In 1698 waren percelen N°16 en 17 (percelen N°860-862 in het Terrier) eigendom van Christoffel van de Woude, wellicht een erfgenaam van Maerten vande Woude, de eigenaar in 1686. Op de kaart uit 1698 staat ook het huis waar in 1686 de familie Hoorelbeke-Herreman woonde. De 103 gemet en 57 roeden werden daarbij “gheannexeert anden voorn(oemde’n) Busch van Outhulst ende bij sijne Conyncklicke ma(gis)t(er) van Vranckryck anghetrocken“. Deze nieuwe grensbeschrijving sluit nauw aan met de stippellijngrens aangegeven op de Ferrariskaart van 1774.

Nog wat afstammelingen van Pieter Oste en Tanneken de Smet

Met Joos Hosten/Osten/Hostin komen we terug bij de afstammelingen van de familie Osten. Ze stammen allen af van Petrus Hosten en Tanneken de Smet die omtrent 1650 in Klerken kwamen wonen. Waarschijnlijk was dit gezin afkomstig uit Ruddervoorde. Ze namen rond 1650 wellicht een landbouwbedrijf bedrijf over, dat na de perikelen van 1647-49 was vrijgekomen.

Hun oudste zoon Joannes Osten, gehuwd met Joanna de Decker was regelmatig Hoofdman en pointer in de periode 1665-1684, en kwam met zijn familie al eerder aan bod (zie aflevering 1).

Volgens het Terrier van 1686 gebruikt een Joos Hostin de hoeve met dreve (welke nu geïntegreerd is in de Zarrenstraat) gelegen op perceel N°463, en de hoftsede plecke ende boomgaert gelegen op het ernaast gelegen perceel N°491. Beide percelen, althans het bebouwbare land, werden wel gepacht door Cornelis Seys, de jonge, die enkele percelen verder woonde. Cornelis Seys, de jonge, was het jaar ervoor een eerste keer gehuwd met Maria Contant, en in 1688 als jonge weduwnaar opnieuw gehuwd met Jacoba Demeyere (zie ook afleveringen 5 en 8).

In het Terrier doelt men misschien op Judocus Osten die gehuwd was met Catharina Swaels, de broer van de vroegere Hoofdman. Maar in 1686 waren zowel deze Judocus Osten als Catharina Swaels al overleden. Volgens de bijbehorende Wezerijakte (RA Brugge 16541/79) blijkt dat Catharina Swaels, na het overlijden van Judocus Osten in 1675, opnieuw huwde met Rogier van Severen, maar kort erop, in 1678, ook zelf overleed. In 1675 en in 1678 waren er volgens deze Wezerijakte vier overlevende, minderjarige kinderen. Deze waren in 1686 allen 18 jaar of ouder, en woonden wellicht, voor zover nog niet gehuwd, bij deze laatste op perceel N°713 in Houck 6 zoals al eerder besproken (aflevering 3). Rogier van Severen huwde rond 1680 (2) met Clara Lamon, en in 1691 (3) met Petronilla vanden Berghe uit Vladslo, die zelf verder in deze aflevering nog aan bod komt (zie familie Pieters)

De oudste zoon, ook een Joannes Osten, was intussen in 1681 in Klerken gehuwd met Catharina Deceuninck, en was in 1684 in Zarren gaan wonen. Dit paar kreeg negen kinderen waarvan het oudste kind, nogmaals een Joannes Osten, in 1682 in Klerken werd gedoopt. Hun tweede kind, Catarina Joanna Osten, werd in 1684 ook in Klerken gedoopt, maar haar doopsel, uitgevoerd door Recollettenbroeder R.P. Judocus Lamotte werd ook ingeschreven in de Parochieregisters Dopen van de Sint-Dionysiuskerk in Zarren (een uitzonderlijke dubbele registratie; maar slechts één enkel doopsel). Alle overige kinderen werden in Zarren geboren.

Alexander Osten, was de tweede zoon van Judocus Osten en Catharina Swaels. In 1686 was hij 23 jaar en nog niet gehuwd. Hij huwde omtrent 1688 met Maria Helinck/Hielyncx. Na hun huwelijk ging het paar ook in Zarren wonen. Er werden enkele dochters geboren, en een zoon Jacob. Na het vroegtijdig overlijden van Maria Helinck (datum niet bekend) huwde Alexander Osten midden jaren 1690 met Catarina vanden Driessche; er volgden nog vier kinderen in Zarren. Alexander Osten overleed begin maart 1707 in Zarren. Volgens de erop volgende Wezerijakte (RA Brugge – 16547/52) waren er nog vier minderjarige kinderen: zoon Jakob uit zijn eerste huwelijk, en zonen Alexander, 11 j, en Joseph, 2 j, en dochter Marie Franchoise, 4.5 j, uit zijn tweede huwelijk. Zijn broer Jan Osten en diens zoon Jan Osten, de jonge, werden voogd. De andere kinderen waren toen dus al overleden, inbegrepen twee dochtertjes die één en twee weken vóór hun vader overleden in februari 1707.

Verder waren er in 1675 volgens de Wezerijakte (RA Brugge 16541/79) nog twee dochters in leven: Janneken Osten, 14 j, en Josijncken Osten, leeftijd niet vermeld; beide waren er ook nog in 1678. In 1686 was de oudste, Anna Maria Osten dus 20 j. Joosijncken/Judoca Osten is moeilijker te identificeren. In 1668 werd wel een Judocus Osten gedoopt als jongste kind van Judocus Osten en Catharina Swaels. Maar in de transcriptie van de Wezerijakte 16541/79 is er twee maal sprake van Joosijncken Osten als jongste kind. Moest dit Joosken zijn i.p.v. Jossijncken, en is dit dus dezelfde als de Joos Hostin, waarvan sprake in het Terrier? M.a.w. een Judocus Osten de jonge die ook al eerder aan bod kwam (aflevering 5)? Het is onduidelijk; nalezen van de originele Wezerijakte zal misschien duidelijkheid verschaffen. Na 1686 vinden we in ieder geval geen gegevens meer voor deze Judoca/Judocus Osten. Ook Anna Maria Osten komt nergens meer aan bod.

We kunnen dus enkel besluiten dat deze laatste al dan niet met een broer en een zuster nog gebruik maakte(n) van de hofstede op perceel N°463 en de annexen op perceel N°491 . Of ze er ook woonden, of gewoon bij hun stiefvader Rogier van Severen woonden, of nog ergens anders blijft onduidelijk.

Petrus Hosten en Tanneken de Smet hadden verder nog drie dochters die ook alle drie huwden. Hun oudste dochter Judoca Osten huwde in 1662 in Klerken met Joannes Aernouts. Dit echtpaar ging in Zuidschote wonen, zoals blijkt uit een doopakte van een neefje. De Parochieregisters van Zuidschote zijn voor die periode niet beschikbaar, wat verder onderzoek bemoeilijkt.

De derde en jongste dochter Anna Ostens, die in 1642 in Ruddervoorde werd geboren, huwde in 1665 in Woumen met Ferdinandus Lahaeye. Ze kregen er minstens vier kinderen. Ook van dit paar is geen afstamming bekend.

De tweede dochter was Maria Ostens. Zij was al in 1640 in Ruddervoorde geboren, en huwde in 1663 in Klerken met Joannes Lavae, Fs. Fransois Lavae. Er volgden zeven kinderen, waarvan de drie oudste en het jongste vóór 1679 overleden, zoals blijkt uit de Wezerijakte opgesteld na het overlijden van hun vader Joannes Lavae eind 1678 (RA Brugge 16145/135). Wellicht slechts enkele maanden na diens begrafenis, – een dienst met zes lezingen -, huwde Maria Ostens opnieuw, met Joannes Verbeke. Er volgden nog drie kinderen, allen met latere afstamming. In 1686 woonde Jan Verbeke met Maria Ostens en zes kinderen in de hofstede ghenaempt den Breenheecke met boomgaard ernaast, gelegen op perceel N°707. Jan Verbeke pachtte daarnaast nog drie andere percelen land, alles bijeen ruim 1.6 ha groot, met name het aanpalende perceel N°705, en de twee percelen liggend aan de overkant van de Torhoutstraete, dus alles dicht bij elkaar.

De Breenheecke betekent niks anders dan de Brede Eik, of de Dikke Eik. Zoals op de Vandermaelenkaart uit 1846 is te zien ligt het M(ais)on Barra ou Breeden Eyke aan het toenmalige kruispunt van de Torhoutstraete met de Bouckhoutstraete die toen richting ter Smisse doorliep als een veldwegje (vandaag is dit nog altijd een veldwegje). Deze hoeve ligt ten oosten van de toenmalige Bouckhoutstraete, met noord ervan de percelen N°704, 705 en 706 die aan het kruispunt met de Torhoutstraete liggen. Vandaag stemt dit overeen met het perceel gelegen aan de Beukhoutstraat 54 waar vandaag geen spoor is terug te vinden van de toen iets achteruit staande hoeve; deze staat wel nog op de historische kaarten van 1774 en 1846.

Jan Verbeke overleed al in 1695 en werd begraven met een dienst van drie lezingen. Voor zover bekend huwde Maria Ostens niet meer. Ze was wel tot 1710 actief: van 1693 tot 1710 was ze wel acht keer doopmeter, zowel van kleinkinderen, als van andere bekenden. Haar overlijdensdatum is niet teruggevonden.

Kinderen van Maria Ostens en (1) Joannes Lavae en (2) Jan Verbeke

Bonifacius Lava was in 1670 in Klerken geboren en dus 16 j in 1686. In 1699 huwde hij in Langemark met Joanna Becaert. Het paar kreeg er minstens vier kinderen.

Volgende zoon was een Petrus Lavae, geboren omtrent 1673 en niet te verwarren met twee andere naamgenoten die al eerder aan bod kwamen. Omtrent 1695 was deze Petrus Lavae gehuwd met Maria Tonneeuw, de weduwe met mogelijk acht in leven zijnde kinderen van Fredericus de Decker, die in 1694 was overleden en met een dienst van zes lezingen was begraven. Ook met Petrus Lavae kreeg Maria Tonneeuw nog twee kinderen. Van drie van die elf kinderen is een huwelijk bekend; twee ervan hebben bekende afstamming. Zoals eerder beschreven (aflevering 8) woonden Frederijck de Decker, Maria Tonneeuw in 1686 met hun vijf eerstgeboren kinderen in een hoeve met boomgaard gelegen op perceel N°77 ten zuiden van Klerken Centrum. We mogen aannemen dat Petrus Lavae daar het landbouwbedrijf verder zette.

Maria Tonneeuw overleed al in 1707. Petrus Lavae huwde daarop in 1708 met Jacoba Verdeele uit Woumen, bij wie er nog twee kinderen werden geboren. Jacoba Verdeele overleed in 1711. En Petrus Lavae huwde nog een derde keer, zij het pas in 1719, met Francisca de Roo de weduwe met één zoon van Abraham Noez die in 1715 was overleden. Na het overlijden van Petrus Lavae in 1729 huwde ook Francisca de Roo een derde keer in 1730 met haar 49-jarige achterneef Antonius Barbier die eerder gehuwd was met (1) Jacoba de Vroe, overleden in 1703, en (2) Maria Heyse, overleden in 1707, en (3) Petronilla de Decker, overleden in 1729. De verwantschapslijn tussen Francisca de Roo en Antonius Barbier is nog niet teruggevonden, maar bij hun huwelijk was er dispensatie voor bloedverwantschap in de derde graad.

Oudste dochter uit het tweede huwelijk van Maria Ostens met Jan Verbeke was Maria Joanna Verbeke, geboren in 1680. In 1702 huwde ze een eerste maal met Petrus Haetse, weduwnaar met één zoon van Francisca van Acker, die in 1700 overleed en na een dienst met zes lezingen werd begraven. Er volgden vier kinderen, waarvan de jongste met verdere afstamming. Na het overlijden van Petrus Hatse in 1723 huwde Maria Joanna Verbeke met Joannes Mattheu, weduwnaar met vijf kinderen van Joanna Strael uit Woumen, die in 1722 in Klerken overleed. Joannes Mattheu overleed in Klerken in 1738; Maria Joanna Verbeke overleed in januari 1748.

De twee jaar jongere (Maria) Francisca Verbeke huwde ook twee maal, eerst in 1704 in Klerken met Jacobus Derycke uit Kortemark, en na diens overlijden in 1712, in 1713 in Klerken met Jacobus Warmoes uit Woumen. Maria Francisca Verbeke had bij elk vier kinderen, waarvan vier met verdere afstamming. Na haar overlijden in 1728, huwde Jacobus Warmoes opnieuw met Maria Godeleva (vande) Poele, bij wie hij de volgende 20 jaar 10 kinderen verwekte, waarvan vier met afstamming. In 1748 woonde het gezin met zeven kinderen; Jacob Warmoes was toen armen werckman, en hij bewerkte ruim 1 ha grond.

Jongste zoon uit het tweede huwelijk van Maria Ostens met Jan Verbeke was Joannes Baptista Verbeke, geboren in 1683. Hij huwde in 1709 in Klerken met Anna Lava uit Staden. Ze kregen vier kinderen in Klerken, waarvan twee met verdere afstamming.

Tot zover deze uitgebreide verdere afstammelingen van de familie Pieter Oste en Tanneken de Smet die omtrent 1650 vanuit Ruddervoorde naar Klerken verhuisde.

Nog wat familie Lavae

Omdat we bij het reconstrueren van deze familie ook al een deel van de familie Lavae konden bespreken, gaan we eerst verder met het gezin van Caerel Lavae. Carolus Lavae uit Roosebeke (Westrozebeke) huwde in 1685 met Maria Verstechels, de weduwe van smid Jan Igodt die in 1684 was overleden. Volgens de Wezerijakte (RA Brugge 16550/33) opgesteld na diens begrafenis, een dienst met zes lezingen, waren er zes kinderen, waarvan vijf nog minderjarig. De oudste dochter Antonia Ygodt was al in 1683 gehuwd met Joannes De Vos uit Woumen, die voogd werd van de minderjarige kinderen, en ook getuigde bij het tweede huwelijk van zijn schoonmoeder met Caerel Lavae. Jan Stechels, broer van Maria Verstechels, was de tweede voogd.

Smid Caerel Lavae woonde in 1686 met Maria van Stechels en haar kinderen Igodt in de Smidse gelegen op perceel N°525. Dit is de originele Smidse waarnaar de wijk ‘De Smisse’ wordt vernoemd in 1815; in 1686 noemde men dit nog Ter Laene zoals we al eerder zagen. Vandaag vertrekt de Zarrenstraat op dit punt (perceel 309bis op de Poppkaart van 1847-77). Naast de Smidse stond op perceel N°525, dat ruim 2000m² groot was, ook een woonhuis, een boomgaard, en er was een eigen waterput. Caerel Lavae pachtte nog vier andere stukken land dichtbij, gelegen aan de overkant van de toenmalige Slijpstraete (vandaag wordt dit stuk de Klerkenstraat genoemd), en nog twee percelen gelegen aan het begin van de Molenweg, het stuk ten westen ervan.

Maria van Stechels was in 1686 wellicht al 50 jaar of meer; er volgden geen kinderen uit haar tweede huwelijk. Maria van Stechels is in 1708 of iets ervoor overleden. In 1709 huwde Caerel La Vae in ieder geval met Petronilla van Ywaede uit Noordschote die al weduwe was van Mathias Halewyn. In 1711 werd dochter Maria Catharina Lavae geboren. In 1715 overleed Caerel Lavae, en Petronilla van Ywaede huwde een derde maal, nu met landbouwer Jacobus Alexander Amery die na haar overlijden in 1729 opnieuw huwde met Maria Cecilia Derycke, en in de erop volgende decennia tot zijn overlijden in 1762 herhaaldelijk Hoofdman van de parochie werd. In 1748 pachtte hij ruim 50 gemeten, dus meer dan 20 ha land.

Met een smid komen we duidelijk bij de meer belangrijke beroepen terecht. We zien dit ook aan het verschijnen van families die in de volgende 50 jaar belangrijke functies en officiële ambten gaan vervullen. Dit kwam al deels aan bod toen we eerder de afstamming van Maria van Stechels met Jan Igodt bespraken (aflevering 2); enkele van hun afstammelingen zien we in de jaren 1800 terugkeren in Klerken met eerst de koster/orgelspeler en later ook onderwijzer Leonardus Roose, en later diens zoon onderwijzer Franz Roose.

Herberg den Ouden Sint Jacob

Herberg den Ouden Sint Jacob stond in 1686 op perceel N°130, gelegen recht over de Sint-Laurentiuskerk van Klerken. Deze herberg en het bijbehorende land/boomgaard en nog drie aanpalende stucxkens landt, alles bijeen net geen 2 ha gelegen tussen de toenmalige Noort-Touroutstraete ende Stockstraete (vandaag de Dorpstraat en de Predikboomstraat), was gemeenschappelijk bezit van Andries Ameeus/Meeus en Jacobus Huyghe. Andries Ameeus woonde op het perceel N°129 ernaast, dat toen eigendom van de kercke deser prochie was. Hij gebruikte ook de herberg zelf, net zoals de andere percelen die hij in mede-eigenaarschap had. Wie in de herberg de Oude Sint-Jacob woonde is onduidelijk. Was dit  Jacobus Huyghe? Hoogst onwaarschijnlijk. Een tak van de familie Huyghe kwam slechts tientallen jaren later in Klerken terecht, en vóór 1800 zijn er slechts zeer weinig Huyghe in Klerken.

Het is ook niet duidelijk waar de onverdeeldheid met gezamenlijk eigenaarschap van Andries Ameeus/Meeus en Jacobus Huyghe op berust; waarschijnlijk hadden ze gemeenschappelijke voorouders of was er een verband via huwelijksrelaties, maar dat is tot nu niet opgehelderd. Andries Ameeus/Meeus was toen al ongeveer tien jaar gehuwd met Catharina vanden Bussche, de weduwe van Guillielmus Igodt, zwager van Maria Verstechels die hiervoor aan bod kwam. De families van zijn zusters die in Klerken en Esen woonden kwamen ook al eerder aan bod (aflevering 7). Maar wie of waar die Jacobus Huyghe vandaan kwam blijft onduidelijk. Er zijn gewoon te veel Jacobus Huyghe in gemeenten in de buurt in dezelfde periode.

De familie Mahieu

We starten dit deel met een kleine omweg, via Paschalia de Lavae die in 1670 in Klerken een buiten het huwelijk geboren dochter had met Petrus Conins; de vader werd door de moeder aangeduid tijdens de barensweeën en de bevalling. Van deze dochter, Petronella Conins, is geen verdere afstamming bekend. Maar enkele jaren later, in 1675, huwde Paschalia de Lavae met Franciscus Tytgadt, één van de kinderen van Judocus Tytgadt en Barbara Joncheers uit Gits.

Het gezin van Judocus Tytgadt en Barbara Joncheers was eind jaren 1650 in Klerken komen wonen, wellicht in de buurt van het Vrijbos. Vier van hun vijf kinderen huwden in Klerken met bewoners die in die buurt woonden: zoals eerder beschreven huwde dochter Petronilla Tytgadt in 1668 met Joannes de Brune, de jonge; in 1663 huwde zoon Lucas Tytgadt o.a. met diens zuster Laurentia de Brune. Eerder, in 1661, was een andere dochter, Joanna Titgat, gehuwd met Jooris Paesscheseune. Van de jongste dochter Judoca Titgat is geen afstamming bekend.

De andere zoon, Franciscus Tytgadt, die dus met Paschalia (de) Lavae was gehuwd, overleed al in 1681. Paschalia de Lava woonde in 1686 als weduwe op perceel N°1004. Dit alles kwam al eerder aan bod (aflevering 3).

In dezelfde buurt maar wat verder van het Vrijbos op perceel N°885 woonde toen Franchois Mahieu, die ook nog de percelen N°877 en N°878 er naast pachtte, samen ruim 4.5 ha. Die laatste percelen waren elserie, pitterie, vijfvers, meersch, ende saeylandt, en werden daarom maar voor een fractie belast. Deze percelen liggen in de buurt van het huidige Klerkenstraat 75. In 1686 lag daar enkel een veldweg, die pas halfweg de jaren 1800 als volwaardige straat werd aangelegd.

Het blijft onduidelijk waar deze Franchois Mahieu vandaan kwam, maar in 1687 huwde hij met de weduwe Paschalia de Lavae, en ze kregen samen een zoon en een dochter. Paschalia de Lavae overleed kort erop, begin 1690. Franchois Mahieu huwde nog eind oktober 1690 met Joanna de Vos, een dochter van Petrus de Vos, landmeter en opsteller van het Terrier. Er zijn geen kinderen bekend uit zijn tweede huwelijk. Joanna de Vos overleed in 1709. Het is niet bekend wanneer Franciscus Mahieu(w) overleed. Van geen van de kinderen van Franciscus Mahieu met Paschalia (de) Lavae is afstamming bekend.

In 1640 en 1645 waren Adriaen Mahieu, Jacques Mahieu en Pieter Mahieu present bij de Waepenschouwijnghe der Weerbare Mannen in Klerken; en in Zarren was er Chaerel Mahieu, die 53 jaar oud was in 1645, dus geboren omtrent 1592. Was één van hen de vader, of grootvader van Franciscus Mahieuw die in 1686 op perceel N°885 woont in Klerken?

Van Adriaen en Jacques Mahieu vinden we na 1645 geen spoor in Klerken of parochies in de buurt. Chaerel Mahieu heeft in Zarren een zeer ruime afstamming met minstens negen kinderen uit twee huwelijken. Minstens zes van zijn kinderen huwen in Zarren en hebben afstamming, allen in Zarren, behalve een in Esen; maar geen enkel in Klerken. Een van de dochters, Catharina Mahieu is gehuwd met Jacobus Seck die in Zarren van 1693 tot 1715 zowel Hoofdman als Pointer is.

De Pieter Mahieu uit Klerken (van de Wapenschouwing in 1640 en 1645) anderzijds was omtrent 1650 of eerder gehuwd met Joanna Mortier, die in oktober 1686 als weduwe overleed en toen dus nog in Klerken woonde. Dit paar had in 1654 een zoon Petrus Mahieu, de jonge dus, waar verder niks van bekend is; tenzij dit de Petrus Mahieu zou zijn die in 1693 ongehuwd in Klerken overleed. Waren zij ook de ouders van Franciscus Mahieu? Waarschijnlijk wel, want het perceel N°885 waar deze woont is volle eigendom van de kinderen van Pieter Mahieu. Dit hadden ze blijkbaar in eigendom als erfdeel van hun al eerder overleden vader. Daarnaast waren nog vijf andere percelen in bezit van Petrus Mahieu; en dit zou dan Petrus Mahieu, de jonge moeten zijn. Deze andere percelen lagen oost en west van de Bouckhoutstraete in dezelfde buurt als perceel N°885.

Samenvattend kunnen we stellen dat op perceel N°885 niet alleen Francois Mahieu woonde, maar ook zijn moeder Joanna Mortier, en misschien nog meerdere ongehuwde broers en/of zusters, want het Terrier stelt eenduidig dat er meer kinderen waren van Pieter Mahieu (de oude). Zo was er bvb ook nog een Jacobus Mahieuw die in 1707 ongehuwd in Klerken overleed en met een dienst van zes lezingen werd begraven, maar over wie verder geen data beschikbaar zijn. Een begrafenis van dit niveau was niet weggelegd voor ongehuwde tieners of twintigers, maar kon wel voor oudere vrijgezellen met voldoende kapitaal. Misschien hoorde deze Jacobus Mahieuw ook bij dit gezin.

Joanna Mortier en Pieter Mahieu (de oude) hadden duidelijk enig aanzien, wellicht op basis van hun ruim 5 ha land in eigendom, een niet te verwaarlozen vorm van kapitaal. Na haar overlijden werd ook Joanna Mortier met een dienst van zes lezingen begraven. Ook het huwelijk van Franciscus Mahieu met de dochter van Petrus de Vos, landmeter en Berijder van Eessen Ambacht, wijst in die richting.

Er waren in dezelfde jaren 1650 ook nog Petronella, Maria en Nicolaia Mahieu in Klerken. Ze waren met redelijke zekerheid zusters of nauwe verwanten van elkaar, en mogelijk verwant aan een of meer van de hierboven genoemde weerbare mannen van 1640 en 1645. Over een periode van ruim 30 jaar waren ze regelmatig doopheffer of getuige bij geboorten en huwelijken van elkaars kinderen.

Petronella Mahieu huwde in 1655 met de weduwnaar Jooris Boury die Hoofdman was bij de wapenschouwing van 1640. Hij was eerder gehuwd met Catharina Goemaere die met hem in 1654 nog een dochter Apollonia Borry had waarvan zijn toekomstige echtgenote Petronella Mahieu meter werd. Enkele maanden na zijn huwelijk met Petronella Mahieu volgde nog een dochter Francisca Petronilla Boury, en daarna nog twee zonen Georgius en Petrus Boury. Jooris Boury zelf overleed begin jaren 1660, waarna Petronella Mahieu huwde met Judocus Leuridon uit Zarren. Uit haar tweede huwelijk volgden nog minstens vier kinderen, de jongste geboren in Zarren in 1672. In 1687 overleed Petronella Mahieuw in Klerken. Ze werd met een gewone dienst van drie lezingen begraven. Het is onduidelijk of ze toen in Klerken woonde, of in Zarren, en ook of haar tweede man nog in leven was, en of en hoeveel kinderen er nog in leven waren. Van geen van haar zeven kinderen uit deze twee huwelijken is afstamming bekend.

Maria Mahieu was gehuwd met Jacobus Lavae en kreeg in 1677 een dochter Jacoba Lavae. Beiden worden daarna nergens meer vermeld. Jaecques Lavae huwde kort voor 1690 met Petronilla Maria Titgadts, een dochter van Lucas Tytgadt die al eerder in deze aflevering aan bod kwam. Er volgden zes kinderen. Petronilla Tytgadt overlijdt op 30 april 1703 en wordt op 2 mei met een dienst van drie lezingen begraven; ze werd 37 jaar oud.

Jacobus Lavae, weduwnaar van Petronilla Tytgadt huwde op 30 mei 1703 met Brigitta Verslype; dit huwelijk kwam dus amper één maand na het overlijden van Petronilla Tytgadt wat wel een extreem korte rouwperiode is. De ondertrouw kwam op 10 mei 1703, slechts zeven dagen na haar begrafenis, elf dagen na haar overlijden. Maar misschien moest met dit snelle huwelijk ook een oplossing gevonden worden voor het buiten het huwelijk geboren kind van Brigitta Verslype dat op 19 maart 1703 in Klerken was geboren met als vader een zekere Philippus de Visschere uit Esen. Deze laatste was immers intussen op 30 april 1703 in Esen gehuwd met Jacoba Lagase. Een duistere historie die wel door de beschikbare Parochieregisters wordt bevestigd (voor Esen zijn enkel tafels beschikbaar, geen originele akten).

Jacobus Lavae en Brigitta Verslype kregen nog drie dochters, waarmee we voor Jacobus Lava dus tien kinderen hebben bij drie echtgenoten. Slechts zoon Petrus Jacobus Lava, geboren in 1693, heeft bekende afstamming.

Nicolaia Mahieu, tenslotte, was in 1686 weduwe van Joos de Waeghewerckere. Omtrent 1655 was ze een eerste keer gehuwd met Apollonius van Caester. Er werd een tweeling geboren in 1658, twee zonen, maar kort erop moet Apollonius van Caester overleden zijn. Nicolaia Jdoca Mahieuw huwde immers in 1663 in Klerken met Judocus de Waeghewerckere, die weduwnaar was met een kind van (1) Catharine Kindt en (2) Maria Demaerte. Er werden verder geen kinderen geboren, en van geen van de kinderen is verdere afstamming bekend. Joos de Waeghewerckere was in 1683 overleden, en begraven na een dienst met drie lezingen. De weduwe van Joos de Waeghewercker, Nicolaia Judoca Mahieuw dus, woonde in 1686 in haar eigen huis met erf op perceel N°5, gelegen aan de toenmalige Noord-Touroutstraete in het Centrum van Klerken, bij de kerk (vandaag stemt dit overeen met het verder opgesplitste perceel en adres Dorpstraat 22). Dit perceel was toen 36 roeden, d.i. 530 m² groot, en was in 1798 al half-en-half opgesplitst en eigendom van Jan de Vos en de Disch van Clercquen.

Tot zover de familie Mahieu, met veel informatie en zeer complexe verbanden, en toch maar weinig in leven zijnde familieleden in het Klerken van 1686. De beschrijving hiervoor geeft weer wat na deze analyse coherent lijkt, maar blijft open voor verbetering, en voor aanvullen met ontbrekende verbanden en bewijzen hiervoor.

De familie Pieters

Eerder bespraken we al het gezin van Jan Pieters (de jonge) en Petronilla Jacoba Tevele (aflevering 9), een zoon van Jan Pieters (de oude) en Catharina Schillewaert. Het is onduidelijk waar deze laatsten vandaan kwamen. In Klerken is er in 1640 en 1645 Hendryck Schillewaert, Poorter van Ieper, die present is bij de Wapenschouwingen. Was Catharina Schillewaert een dochter van deze Hendryck Schillewaert? Het zou kunnen maar bewijzen zijn er niet echt. Die zijn er bvb wel veelvuldig voor het gezin van Joanna Schilwaert die met Maillardus Norreel was gehuwd (beiden al in 1660 en 1675 overleden). Het geldt bvb ook voor Petrus Schillewaert die in 1660 met Geerardyne van Leene was gehuwd, en na haar overlijden in 1664 met Petronilla Henderyck huwde. Ook zij worden na 1678 niet meer in Klerken vernoemd. Voor beide gezinnen zijn er meerdere verbanden via doopheffers en getuigen. En in 1670 was deze Petrus Schillewaert ook molenaar op de Ter Heist molen gelegen op perceel N°788; hij betaalde er toen 12 ponden Parisis belasting voor. Maar in 1686 is de Ter Heist meulen competerende onder Antheunis Ghyselen, die ook al bij de Ter Laene molen is betrokken zoals eerder besproken (zie aflevering 2). Het perceel rond de molen werd in 1686 verpacht aan Pieter vande Casteele die in een latere aflevering aan bod komt. Blijkbaar was de Ter Heist molen dus eerder verlaten geweest, en de uitbating ervan was in 1686, al dan niet tijdelijk, door de familie Ghyselen overgenomen.

Voor Jan Pieters (de oude) en Catharina Schillewaert vinden we minstens vier kinderen terug, o.a. zoon Michael Pieters geboren in Klerken in 1670. De drie andere kinderen werden in de periode rond 1670 geboren; enkele verwijzingen melden Woumen als mogelijke geboorteplaats maar dat is niet geconfirmeerd. Van deze drie andere kinderen kennen we afstamming. Ze liggen mee aan de basis van de ruime afstamming Pieters in Klerken en omgeving.

In tegenstelling tot de eerdere vaststelling dat het gezin van de (oudste) zoon Jan Pieters (de jonge) op perceel N°766 woont, is het meer waarschijnlijk dat daar het gezin van Jan Pieters (de oude) woont in 1686. De jonge Jan Pieters huwde immers pas in de loop van 1686, en was daarvoor wellicht thuis of op een andere boerderij aan de slag. Daarom een kleine herhaling en update van de eerdere beschrijving:

N°766 gelegen in Houck 7 in de buurt van het Musselstraetjen, vandaag is dat de Mosselstraat, dus aan de noordkant van het huidige centrum van Houthulst richting Terrest. Daar staat een huijseken op, aan de westzijde. Het gezin pacht naast dit grote perceel nog vier andere percelen in dezelfde buurt, – en nog een ander perceel wat verderop – , alles samen ongeveer vijf hectare; deze werden alle vijf voor slechts drie vierden belast wat wijst op aanwezigheid van bos, of slechte drassige grond. Het lijkt erop dat ze daarop een klein landbouwbedrijf uitbaatten.

Dochter Catharina Pieters woonde toen vast nog thuis. Ze huwde pas in 1698 met Joannes Bogaert, weduwnaar van Catharina Deman (zie ook aflevering 5). En zoon Walrandus Pieters huwde pas in 1703 met Anna Vanhove die eerder al met Joannes vanden Berghe uit Vladslo was gehuwd, en in 1697 met Joannes van Haverbeke een buiten het huwelijk geboren dochter had.

Dit buitenechtelijk kind komt samen met een bijzondere combinatie van feiten.

De dopeling Joanna Francisca van Haverbeke is volgens de akte de dochter van Joannes van Haverbeke en Anna van Hove, de weduwe van Joannes vanden Berghe. Maar zij zijn niet gehuwd; er staat “solutorum” in de akte (i.p.v. “coniugum” voor gehuwden). Wat meer is de vader huwt enkele dagen later met Petronilla vanden Berghe, een dochter van Joannes vanden Berghe, en bijgevolg een stiefdochter van Anna van Hove. De ondertrouw was op 29 januari en het huwelijk op 9 februari 1697. In februari 1698 krijgt dit echtpaar een zoon Petrus Joannes van Haverbeke. Joannes van Haverbeke overlijdt in 1699, en zijn weduwe Petronilla vanden Berghe in 1704; ze worden elk met een dienst van drie lezingen begraven.

Anna van Hove overleed in 1707; zij krijgt een begrafenis met zes lezingen. Walrandus Pieters huwde pas vele jaren later opnieuw, in 1731, met Maria Francisca Florein. In de Volkstelling van 1748 woonden ze in Woumen; zevende colomme van dischgenoten en insolvente ghebruickers. Walrandus Pieters overleed er in 1750. Disgenoten werden waar mogelijk steeds teruggestuurd naar hun geboorteparochie; voor Walrandus Pieters was dit inderdaad Woumen.

Catharina Pieters had vier kinderen, Walrandus Pieters had twee kinderen, met een zoon die huwt en een gezin heeft in Esen. Maar het is enkel Livinus Pieters, een zoon van Jan Pieters, de jonge, die aan de basis ligt van de vele naamgenoten in Klerken in de jaren 1700 en later (zie afelevering 9). Andere afstammelingen lopen allen via de vrouwelijke lijnen.

De familie Robbe

Met Jan Robbe die begin jaren 1670 was gehuwd met Joanna Boode, Fa. Jan komen we weer dicht bij de groep met nauw verwante familienamen zoals Bauden, Bowden, Boode, Boote, Boete, Deboutte waarmee we in vorige afleveringen al geregeld konden kennismaken. Vooral het hoog aantal Jan/Joannes en Joanna’s maakt een correcte reconstructie van het mogelijk onderling verband tussen deze familienamen moeilijk, zo niet onmogelijk. Daarom beperken we ons hier tot de familienaam Robbe, waarvan bijna geen spellingvarianten mogelijk zijn.

Jan Robbe en Joanna Boode hadden zeven kinderen waarvan slechts de jongste na 1686 is geboren. In 1686 woont Jan Robbe en Joanna Boode dus met maximaal zes kinderen; hij woont op zijn eigen hofstede met lochting ende grasland gelegen op perceel N°516. Jan Robbe had vijf percelen in eigendom, samen net geen 3 ha groot, inbegrepen perceel N°516 met zijn hofstede. Hij gebruikte zelf vier percelen, en pachtte nog drie kleinere percelen, allen gelegen in Houck 5, waaronder perceel N°526 waar naast een boomgaard ook nog een woonhuis op stond; bewoner hiervan is niet bekend, maar dit woonhuis lag naast de smidse van Caerel Lavae op wijk Ter Laene (zie hierboven). In totaal gebruikte hij ruim 3 ha land. Ook de andere percelen lagen rond de smidse aan Ter Laene: net ten noorden ervan, oost aan de toenmalige Slijpstraete, vandaag de Holleweg. Het lijkt erop dat hij zelf ook bij de smidse aan de slag was, maar dat is nog niet geconfirmeerd. In ieder geval gingen enkele afstammelingen in deze stiel verder.

Er zijn aanduidingen dat deze familie Robbe uit de streek van Torhout kwam, maar dat blijft te bevestigen. Drie van de zeven kinderen van Jan Robbe en Joanna Boode huwden.

Oudste zoon Arnoldus Robbe huwde omtrent 1700 met Judoca Verhackx en ging in Esen wonen, waar ze zes kinderen op de wereld zetten.

Tweede zoon Joannes Jacobus Robbe huwde in 1702 in Klerken met Joanna Clara Cloet uit Merkem. Zij bleven in Klerken wonen en kregen vier kinderen, waarvan twee nog in leven bij het overlijden van Joannes Jacobus Robbe in januari 1713. Zijn broer Antonius Robbe en zwager Niclaeys Cloet werden voogd (Wezerijakte 16548/158). Joanna Clara Cloet huwde daarop in april 1713 met Gabriel Vermeersch uit Nieuwkerke; er volgden nog vier kinderen. Joanna Clara Cloet overleed in 1721 kort na de geboorte van het jongste kind.

Een derde zoon, Petrus Jacobus Robbe, huwde in 1714 in Klerken met Joanna Nyffels uit Handzame, en is wellicht uit Klerken vertrokken. Van dit paar is geen afstamming gevonden tot zover.

Om af te sluiten

We sluiten deze aflevering met 228 volwassenen en 192 tot 426 mogelijke kinderen, dus in totaal bij ruwe benadering 540 geïdentificeerde bewoners van Klerken 1686 (420-654 personen).

De reconstructies in deze aflevering waren behoorlijk complex, en zijn zeker nog voor verbetering vatbaar. Ze tonen ook aan hoe families in Klerken aankomen en er weer verdwijnen, en welke rol hun stand en mogelijke bezittingen hierbij spelen. Ze illustreren opnieuw de complexe huwelijkssituaties die telkens weer ontstaan na vroegtijdig overlijden van de huwelijkspartner. Rouwperiodes waren soms extreem kort, of onbestaande. Even goed zien we kort voor en na 1700 een lichte toename van buiten het huwelijk geboren kinderen. Het waren woelige en moeilijke tijden …

Ter zijner tijd zullen alle gepresenteerde data ook getoetst worden aan gegevens in Parochierekeningen van Klerken voor de jaren 1600, in het bijzonder voor de periode 1670-1700. Maar de combinatie van Parochieregisters met het Terrier en met lijsten zoals de Wapenschouwingen uit 1640 en 1645, en de index op de Wezerijakten voor Klerken en Zarren (Julien Verhaeghe, 1987, “De Wezerijakten van Klerken en Zarren 1538-1795, uitgave van VVF Oostende) zijn toch steeds een uitstekend startpunt om tot een verdedigbare familiereconstructie te komen.

Let wel: zonder het totale overzicht van de parochieregisters voor Klerken, en zonder het vele indexeerwerk door medegenealogen, en de indexen beschikbaar op de website van Vrijwilligers Rijksarchief Brugge zou deze reconstructie onbegonnen werk zijn. De genealogische data voor Klerken zijn nog steeds in basisvorm terug te vinden op mijn genealogische website; meer info steeds beschikbaar op eenvoudige vraag. In volgende aflevering gaan we verder met namen beginnend met de letter T en verder.

Disclaimer: dit is een werkversie; de uiteindelijke versie zal, waar nodig, worden verbeterd en uitgebreid, o.a. met familieoverzichten en een volledige index . Dit werk wordt later in zijn geheel gepubliceerd.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s