Parochierekeningen – de Parochierekening Klerken 1680

Als aanvulling bij de bevolkingsreconstructie Klerken 1686 zullen we de beschikbare parochierekeningen voorstellen die in het Rijksarchief in Brugge beschikbaar zijn. Parochierekeningen hebben een lange geschiedenis, en werden al van in de Middeleeuwen opgesteld in opdracht van de lokale en overkoepelende overheid. Voor Klerken is de oudst bewaarde parochierekening van 1625, wellicht daterend van de periode kort nadat de parochie weer op zichzelf actief was. Vanaf 1600 gebeurde al heel wat in de buurgemeenten Woumen, Esen, en Zarren die toen al administratief operationeel waren. Overkoepelende overheden voor Klerken zijn het lokale Woumen Ambacht, Esen Ambacht en Zarren Ambacht, naargelang relevantie. Daar boven staat het bestuur van het Land vanden Vrije, dit is dus het Brugse Vrije, dat vanuit Brugge werkte; of vanuit het dichterbij gelegen Diksmuide.

Er zijn rekeningen beschikbaar vanaf 1625 tot en met 1794, het laatste administratieve jaar onder het Ancien Régime. Voor sommige jaren zijn er zelfs dubbels; voor sommige jaren is er enkel het origineel, voor andere enkel nog de kopie. Maar heel wat rekeningen ontbreken: voor de 17de eeuw zijn er 36 van de 75 jaar beschikbaar; voor de 18de eeuw 70 van de 94 jaar. Naast de Parochierekeningen vinden we ook een zeer beperkt aantal rekeningen van de Armendis (voor 1633, 1641 en 1661-62). Voor de periode 1671-75 zijn er ook afzonderlijke Kerkrekeningen terug te vinden.

Rijksarchief Brugge

Al deze documenten worden met zorg bewaard door het Rijksarchief in Brugge, waar ze terug te vinden zijn onder de Registers van het Brugse Vrije: Inventaris van het archief van het Brugse Vrije. Voor de parochierekeningen zijn dit o.a. de banden INV 15-16 2497 met parochierekeningen. 1625-1683 (de jaren 1626-1639, 1641-1649, 1651, 1654-1659 en 1662-1668 ontbreken), en de banden INV 15-16 2498-2578 met parochierekeningen 1688-1793. De cruciale periode 1684-1687, waar we de bevolkingsreconstructie uitvoeren, ontbreekt jammer genoeg. Het Terrier van de Prochie van Clercquen 1686 waarop we de Bevolkingsreconstructie Klerken 1686 baseren wordt ook bewaard in deze Registers van het Brugse Vrije in het Rijksarchief.

Doorgaans bevatten de Parochierekeningen twee delen: de Vuytsent en de Binnencosten.

  • De Vuytsent is het basisdocument voor de herverdeling van externe lasten binnen de parochie. Dit deel beschrijft welke belasting wordt gegeven op het te belasten land, en hoe deze werd doorbetaald naar de overkoepelende overheid. Daarbij komen nog het startpunt, d.i. wat nog restte of te kort was van de vorige rekening, de kosten om de Rolle van Ommestellijnghe op te stellen (d.i. de basis voor de herverdeling van lasten over percelen over de pachters en gebruikers), het bespreken en goedkeuren van deze Rolle van Ommestellijnghe, met uitzonderingen en extra’s, de administratieve kosten en lasten, en ook het eindresultaat, in plus of in min, dat naar het volgende jaar zal worden overgedragen.
  • De Binnencosten beschrijven alle transacties binnen de parochie zelf, te beginnen opnieuw met de belastingvoet op het land nodig om deze kosten te dekken. Deze is gekoppeld aan dezelfde Rolle van Ommestellijnghe. Uiteraard is er weer een startbalans, in plus of min, daarna komen allerhande andere eventuele inkomsten, gevolgd door allerlei lokale kosten betaald voor het beheer en de goede werking van de parochie, inclusief ook de kosten voor het bespreken, opstellen en uitvoeren van deze rekening. Dit kan ook betaalde interesten en kapitaalsaflossingen omvatten. Ook hier volgt een eindresultaat in plus of in min dat naar het volgende jaar meegaat.

Ieder deel van de rekening start met een korte beschrijving: aan wie deze gericht is, met name de gezagdragers van het Land vanden Vrijen van die periode; de datum van voorlegging; met de mededeling over wie voor de kerkgeboden verantwoordelijk is, dit is wie de officiële afkondiging van alle maatregelen doet in de kerk, de plaats in de parochie waar parochianen wekelijks langs komen. En uiteraard door wie de rekening wordt voorgedragen, meestal de Ontvanger of de Hoofdman van de Parochie. In de marge worden aanmerkingen en commentaren toegevoegd; of een reden waarom iets geschrapt of getransfereerd wordt naar een latere rekening bvb. Op het einde worden de totale bedragen weergegeven, met eventuele bonus of malus (“meer of minder betaald dan ontvangen”). Ook de hoofdspelers in de parochie komen telkens aan bod, met name de Hoofdman, de Ontvanger, de Opsteller van de rekening (indien anders dan de ontvanger), de pointers en zetters. Hierdoor krijgen we dus meteen zicht op wie de belangrijke personen van dienst waren.

Dit is de basis. In de praktijk kunnen bijzondere omstandigheden leiden tot bijzondere hoofdstukken in dit financieel jaarverslag. In de periode rond 1675-1679 en ook kort na 1680 bvb. werd regelmatig Contributie opgeëist door de Franse Troepen die langskwamen, of zelfs ter plaatse een stelling bezetten (de “sauvegarde”). Deze Contributie kon makkelijk oplopen tot nogmaals de jaarlijkse totale kost van de gewone parochierekening. Dat ging de beschikbare middelen van de parochie vaak te boven. Er moest dus geleend worden. En zo zien we ook informatie over de lokale en andere geldschieters, die ook jaarlijkse interesten en terugbetaling van hun kapitaal verwachtten.

In de Vuytsent en de Binnencosten komen ook tal van andere namen van parochianen of anderen aan bod, waardoor we meer inzicht krijgen over wie wat doet, of waar ze verantwoordelijk voor zijn. In het kort: Parochierekeningen zijn een zeer diverse bron van extra informatie, en zeer bruikbaar , zeker eens men, zoals voor Klerken het geval is, een goed overzicht heeft van wie er woonde.

Naast deze Parochierekening betaalden parochianen ook nog de Tiende Penning, dit is de 10% belasting op opbrengsten van hoofdzakelijk de uitgevoerde landbouw of nering. Deze werd gecollecteerd door de thiende-heffers van het lokale Ambacht of het hoger bestuur. Ook de pacht, te betalen aan de landeigenaar op Bamis van ieder jaar, was (deels) op deze opbrengst gebaseerd. Op beide waren soms uitzonderingen van toepassing, bvb. voor opbrengsten van nieuwe teelten die al sinds 1520 door Keizer Karel waren vrijgesteld. Vanaf 1700 ontstaan hierover disputen vanwege landeigenaars en (lokale) besturen die inkomsten mislopen. Dit kunnen we terugvinden in eventuele gerechtelijke betwistingen hierover. Ook dit soort documenten vinden we vaak terug bij het Rijksarchief in Brugge. Maar deze andere heffingen vinden we niet terug in de Parochierekeningen. Ze vallen buiten het bereik van deze bespreking.

Als opwarmer en eerste test presenteren we een min of meer gewone Parochierekening, de Parochierekening van 1680. Op die manier kunnen we het startpunt goed beschrijven. Andere rekeningen missen soms onderdelen; andere bevatten extra hoofdstukken. Die komen later aan bod. Voor geïnteresseerden is er ook een goede samenvatting van de Parochierekeningen van Woumen beschikbaar. Deze werd gepubliceerd door Joris Vlaminck als onderdeel van zijn publicatie “Bijdrage tot de Geschiedenis van Woumen” deel I (1983) en deel II (1989); met wat geluk nog in een bibliotheek terug te vinden. De gelijkenissen zijn zeer frappant, zeker omdat ok heel wat transacties over verschillende parochies lopen.

Parochierekening Klerken 1680

De Parochierekening van 1680 kan in transcriptie, samen met het originele document digitaal worden gedownload. De transcriptie in de getoonde versie kan nog steeds verbeterd worden. Aanvullingen en verbeteringen zijn welkom en zullen bij latere updates worden toegevoegd.

Dit is de Parochierekening van Klerken voor het jaar 1680, d.w.z. augustus 1680 tot half-maart 1681. De rekening wordt op 8 december 1682 geliquideerd (afgesloten). Waar relevant worden eerdere kosten met verwijzing naar de datum of naar de vroegere Parochierekening(en) vermeld. De rekening wordt voorgedragen door Jan Costenobel, de Ontvanger van de Parochie; Andries (van) Duyfhuys, de koster, is verantwoordelijk voor het afkondigen van de Kerkgeboden.

Deze rekening is opgesteld in ponden schellingen en grooten Par(isis); geleend kapitaal is deels in ponden grooten (Vlaams) vermeld. Hierbij is: 1 pond = 20 schellingen = 240 grooten; 1 pond grooten (Vlaams) = 12 ponden Par(isis); grooten, soms deniers genoemd, kunnen verder nog tiendelig zijn opgesplitst.

Deze rekening bevat enkel de delen Vuytsent en Binnencosten.

De belastingvoet in de Vuytsent wordt vastgesteld op 8 sch Par per gemet. Er zijn 1815 gemet en 25 roeden te belasten. Dat is minder dan de ruim 1859 gemet die in in 1686 wordt berekend bij opstellen van de Verhoofding (dit is hetzelfde als de Rolle van Ommestellinghe) . Maar het totale oppervlak was meer dan 2300 gemet; dus ook in 1680 werd een deel niet belast wegens niet in gebruik, bebost, of van mindere kwaliteit.

Dit levert een totaal bedrag van 8712 £ 8 sch en 7 milly (wellicht tienden van grooten) Par. Deze werden daarop in acht delen doorbetaald aan Jacques Inbona, de kassier van het Land vanden Vrijen. Verder krijgt Jan Costenobel, de opsteller (en uitvoerder) van deze Vuytsent hiervoor een salaris van 2.5% van de ontvangen gelden voor geleverde diensten (dit is dus een 40ste penning = 1 penning voor elke 40 = 2.5%). Men was het jaar gestart met een positief saldo van ruim 7000 ponden Parisis, en eindigt met een overschot van iets meer dan 819 ponden Par.

De belastingvoet in de Binnencosten wordt vastgesteld op 2 sch per gemet. Dat levert 2178 £ 2 sch Par op. Daar komen nog wat pachtinkomsten van Vague landen bij, dit zijn percelen die kort ervoor aan de parochie waren toegekomen vanwege insolvente betalers (geen namen hier), en door anderen werden gepacht. Verder nog 240 £ Par van de thiende-heffers (voor pointijnghe, dit is voor het ramen van opbrengsten; dit werd door de pointers van de parochie uitgevoerd), en tenslotte ook wat belasting op de neringen, zoals molens en brouwerijen. Maar dat is slechts 38 £. Alles samen zijn er 2610 £ 8 sch Par ontvangsten.

Bij de uitgaven beschrijft de rekening een totaal van 13076 £ 17 sch 6 gr Par. Er is dus een tekort van 10466 £ 9 sch 6 gr Par. Voor dit tekort is het tekort van het vorige jaar de grootste verantwoordelijke: dit bedroeg 9841 £ 19 sch 6 gr Par. M.a.w. men schuift het verlies van vorig jaar door naar het jaar erop, met nog wat er bovenop. Dus het omgekeerde van de Vuytsent waar men het ingebrachte overschot van het jaar ervoor doorgeeft naar het jaar erop.

Maar laat ons eens in meer detail kijken naar de andere kosten:

  • Kapitalen, leningen en interesten (deze steeds aan 1/16de penning, dit is dus aan 6.25%): men betaalt aan diverse personen 427 £ Par intrest op 6823 £ Par schuld. Aan een zekere Vercoillie (niet uit Klerken) betaalt men 120 £ Par, voor 5 jaar intresten op een kapitaal van 32 £ gr Vlaams. En aan lokale notabele landbouwer Melchior Blanckaert (de oude) betaalt men 75 £ Par voor een lening van 1200 £ Par. Cornelis van Beest uit Diksmuide ontvangt 108 £ Par intrest op een lening van 1728 £ Par. Jacques Pancoucke ontvangt 28 £ Par intresten op een lening van 516 £ Par, en Guilles du Meez 36 £ Par intrest op een lening van 576 £ Par. Er werd dus alles bijeen 794£ Par interest betaald op een uitstaande schuld van 11227 £ Par. Deze (onvolledige) schuld is van de grootteorde van het jaarlijkse budget van de parochie. Meteen krijgen we ook al enig zicht op waar kapitaal te vinden is.
  • Aan Jacques Inbona, de kassier van het Brugse Vrije betaalde men 229 £ 6 sch Par terug voor een overgenomen lening. En men betaalt in Diksmuide 100 £ aan J van Lauwe voor wisselen van grote geldsommen.
  • There costen: er is geen rekening zonder kosten voor het verteer van de parochianen die bijeenkwamen om de rekening en al wat er bij van pas kwam te bespreken. Dat kon bij de hoofdman Jan Hosten thuis, of bij een andere notabele, of nog beter in een van de herbergen in de parochie. Voor het jaar 1680 lopen deze there costen fors op. Dat is helemaal geen uitzondering zoals we bij andere rekeningen zullen zien. Samenvattend: Andries Ameeus die schuin over de kerk woonde ontvangt 87 £ 10 sch Par. Antheunis Barbier die enkele percelen verder de herberg de Drije Conijnghen uitbaatte ontvangt 56 £ 1 sch Par. Pastoor Beaugrand moet de predikant(en) tracteren en dat kost 48 £ Par, maar daarmee betaalt hij ook de prijzen voor de kinderen die catechisatie volgden. Pieter de Meulenaere ontvangt 147 £ 6 sch o.a. voor there costen van Franse soldaten, maar ook voor reizen naar Brugge, Esen en Woumen, en het ophalen van de Gouverneur. Hij is de brouwer in Klerken, en woont op perceel N°441 waar hij de brouwerij genaamd de Blauwerije uitbaat. Hij beschikt blijkbaar over een koets waarmee ook personen zoals de Gouverneur kunnen worden vervoerd. Er zijn ook 100 £ Par there costen voor de mannen die deze rekening helpen presenteren, en nog een 1 £ 4 sch voor wat verbruik tijdens het opstellen van de rekening (maar daar had men toch maar de helft gecompenseerd van wat was gevraagd). Bij raming alles bijeen wel ruim 300 £ there costen dus. Het opstellen van de rekeningen omvat duidelijk meer dan optellen en aftrekken, en onkostennota’s controleren.
  • Paardenarbeid en vervoersdiensten: koetsen en karren werden ook verhuurd aan het Spaanse Leger tijdens het Beleg van Oudenaarde (in 1678) Dit zou per dag en kar, inbegrepen twee paarden (en wellicht een voerman) tot 27 £ Par opbrengen. Maar zoals vaak had het Spaanse Leger maar een deel betaald, met name 22 £ per dag. Pieter de Muelenaere, Rogier van Severen en Pieter vande Casteele kregen samen 44 £ Par compensatie voor gemiste kosten. Samen met Joanna Wackenier, de weduwe van Marinus Verduyn kregen ze nog eens 150 £, wat 50% compenseerde van de gemiste terugbetaling door zijne Majesteit voor 60 dagen verhuur van hun karren en paarden enz. Ook Frederijck de Decker had blijkbaar een koets, want hij ging in (april?) 1679 pastoor Beaugrand met peerden aerbeyt ophalen in Ieper en kreeg hiervoor 5 £ Par. Rogier van Severen ontving daarnaast ook nog 30 £ Par voor het onderhouden van het paard van de Gouverneur.
  • Reizen en vertegenwoordiging: vooral de hoofdman moet af en toe op stap om parochiezaken te bespreken: naar Diksmuide, Esen Woumen, of verder naar Ieper of Kortrijk, of naar Brugge. Dit kost uiteraard tijd en geld. Er wordt in 1680 gecompenseerd met 189 £ Par. Hoofdman Jan Hosten werd ook voor zijn diensten als Hoofdman vergoed: hij kreeg een pensioen van 36 £ Par. De twee pointers, Jacques Odent en Loys Coppez, trekken ook elk 6 £ Par.
  • Kerk en school: Koster Andries (van) Duyfhuys die de kerkgeboden moest afroepen, ontving daarnaast, zoals elk jaar, 90 £ Par als koster en om als schoolmeester het onderwijs te organiseren. Pastoor Beaugrand kreeg 12 £ Par voor het prediken van de Passie tijdens de vastenperiode.
  • Wegen,gebouwen en herstelwerken: zoals bijna ieder jaar betaalt de parochie de Berijder van Esen Ambacht 39 £ 12 sch Par voor het inspecteren van wegen en bruggen, zodat de nodige herstellingen kunnen worden uitgevoerd door de hogere overheid. De pastorie en de kosterij werden ook onderhouden door de Parochie. In 1680 werd hiervoor 4 £ 8 sch Par strodekkerskosten betaald aan strodekker Gillis Burgo.
  • Oorlogskosten: De Parochie Klerken moest ook bijdragen aan de timmerwerken aan een Blokhuis dat in Woumen werd opgetrokken als versterkte verdedigingspost. Dit blokhuis was bedoeld voor de troepen van de Spaanse autoriteit. De Parochie Klerken betaalde hiervoor 162 £ 4 sch Par timmerwerken aan een timmerman uit Woumen.Of dit veel nut had is onduidelijk, want in de vijftien jaar erop werd Diksmuide minstens vijf maal belegerd en ingenomen door afwisselend Franse en Engelse troepen, of weer bevrijd door Spaanse troepen. En die kwamen zeker allemaal op een bepaald moment langs Woumen voorbij.
  • Rekenwerk aan de rekening en het opstellen ervan is voor dorpsoudste en notabele landbouwer Jacques Costenobel, de broer van Jan Costenobel, de rendant die uiteindelijk deze eindafrekening voorstelt. Jacques Costenobel ontvangt hiervoor 48 £ Par. Hij ontvangt ook nog 36 £ Par om tijdens de drie voorgaande jaren de maalderijzitdagen te organiseren. Landbouwers en parochianen konden hun graan laten malen, dit werd uiteraard netjes georganiseerd, zodat de bijbehorende maalderijrechten ook op de juiste plaats zouden terechtkomen. Een verantwoordelijk functie dus. Jan Costenobel ontvangt opnieuw 1 penning op de 40 voor het innen van de basis binnenkosten-belasting, in totaal 65 £ 5 sch Par. De Amman van Esen Ambacht, de Griffier van de Vierschaar en de Burgemeesters die de rekening door afgevaardigde J. van Steenberghen laten controleren en aftekenen, strijken ook allen hun deel op. Tenslotte zijn er nog wat publiceerkosten, en ook kosten voor het maken van dubbels, waar we ook vandaag nog dankbaar voor zijn.

Voorwaar een divers overzicht, en zoals in de transcriptie en de bijbehorende tabel te zien, komen al deze posten in willekeurige orde aan bod.

Naast het anekdotisch overzicht van allerhande transacties, interventies en gemaakte kosten, leren we vooral ook veel over wie het in de Parochie voor het zeggen had. Dat zijn in eerste instantie de Hoofdman Jan Hosten en de opsteller van de rekening, de notabele landbouwer Jacques Costenobel, en diens zoon Jan Costenobel, de ontvanger van de Parochie. Verder de twee pointers Jacques Odent en Loys Coppez. De kapitaalverschaffers om al dan niet tijdelijk geldtekort bij te passen kwamen al eerder aan bod. De belangrijke landbouwers die paardenarbeid en karren- en koetsendiensten kunnen aanbieden kennen we ook al. Met de herbergiers, pastoor en koster erbij hebben we zowat iedereen die valt onder wat men op het einde van de rekening de “andere notabelen” van de parochie noemt. Het is niet duidelijk wie daar precies aanwezig was, maar in andere rekeningen spreekt men soms van 10, 14 of nog meer notabelen. Maar hier staan slechts enkele van de bovengenoemde personen opgelijst aan het einde van de rekening.

Al met al een vrij eenvoudig lijstje van ontvangsten en uitgaven. 1680 was blijkbaar een kalm budget-jaar, met weinig spectaculaire gebeurtenissen. We zullen zien dat de jaren ervoor en erna een veel tumultueuzer periode beschrijven, met bijbehorend kostenplaatje. Maar toch al een paar vaststellingen:

  • In 1678-79 sloot Frankrijk de Vrede van Nijmegen met de Nederlandse Republiek, en later ook met Spanje. Hierop volgde een korte periode van vrede. De rekening verwijst naar het Beleg van Oudenaarde door de troepen van zijne Majesteit. Dat zijn dus de Spaanse troepen die Oudenaarde in 1678 gaan belegeren. Dat was toen al enige jaren door de Franse troepen van Louis XIV bezet. De belegering werd geen succes; integendeel. Maar enkele landbouwers in Klerken verdienden er alvast iets aan, en wat de Spaanse bevelhebber niet kon betalen werd zonder probleem naar de andere parochianen doogestuurd en bijgepast. Zo mochten deze parochianen ook meebetalen voor een blockhuijs in Woumen, wat niets anders kan zijn dan een wachtpost voor Spaanse troepen om eventueel nieuwe agressie uit Frankrijk op te vangen. In realiteit was dit een dure budgetpost met weinig resultaat. Enkele jaren later lopen de Franse en Engelse troepen daar ook gewoon over.
  • Handarbeid werd zeker niet duur betaald; materialen eventueel wel. Maar tijd besteed door de Hoofdman en andere notabele landbouwers tikte meestal wel snel aan. Indien dit niet direct kon als salaris, of pensioen of wat dan ook, vonden ze blijkbaar een uitweg via de betaling van there costen.
  • Daartegenover zijn de kosten voor het organiseren van een school, of de prijzen voor de gecatechiseerde kinderen een peulschil. Maar de geletterdheid van de gewone parochianen was wellicht zeer bescheiden, en geen prioriteit. Wie wel kon tellen en rekenen waren de rijkere landbouwers, die wellicht allen één, of hooguit enkele generaties in Klerken woonden, maar intussen de techniek beheersten om daar geleverde diensten vlot aan de medeparochianen door te rekenen.

Maar genoeg geïnterpreteerd. Voorbarige conclusies zijn snel gemaakt. We zullen bij andere rekeningen zien hoe deze personen en nog vele andere parochianen hun kleine of grote bijdrage leveren tot het dagelijks bestaan in de parochie.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s